vrijdag 23 oktober 2009

schoolbezoek, illegaal in Malawi, sportdag

klasje in de school (in het kippenhok)

Onder de schaduw van een boom schrijf ik de gebeurtenissen van deze week nog neer voor we naar Mozambique vertrekken.

Schoolbezoek
Woensdag hebben we een andere school bezocht, ongeveer een uurtje wandelen van Zomba plateau. Wat we daar zagen kan je zelfs met de nodige verbeelding niet goed voorstellen. De school bestond uit een oud, vervallen gebouw met wat koters naast. De koters dienden vroeger als kippenhok maar werden nu gebruikt als klaslokalen. In het groter zaaltje (wat nog redelijk klein was) zaten twee klassen samen. De ene juffrouw probeerde les te geven aan een groep oudere kinderen terwijl de juffrouw ernaast stond te dansen en zingen met een hoop kleintjes.
De kippenhokken/leslokaaltjes waren nog geen twee op drie meter groot volgens mij. In alle klassen stond een schoolbord maar veel meer dan dat was er niet, de kinderen zaten op de grond. De school was gestart met het bouwen van een grotere ruimte. Spijtig genoeg moesten de bouwwerken worden stopgezet wegens geldgebrek. Ik spreek hier dan nog van een heel kleine ruimte met enkel basismateriaal.
De leerkrachten geven volledig vrijwillig les, ze krijgen geen loon of eten zoals in Sitima. De kindjes moeten zelf eten meebrengen want ook hier is geen geld voor. Toch knap dat de leerkrachten blijven proberen om de school draaiende te houden zonder dat ze er een verloning voor krijgen.
Blijkbaar is deze school nog een goede school voor Malawi. Wanneer je Sitima (de school waar we helpen) vergelijkt met een school uit België bestaat er een groot verschil en is er zeker nog ruimte voor verdere ontwikkeling, toch kan je Sitima omschrijven als een soort van paradijs in vergelijking met de school die we hebben bezocht. Zo zie je maar wat iemand kan betekenen voor een hele gemeenschap. Toen Mieke en Johan in Sitima startten was er ook niks, buiten enkele leerkrachten die met wat kindjes speelden. Ze hebben dan besloten om één degelijke school uit te bouwen voor de gemeenschap ipv op verschillende plaatsen te helpen aangezien het heel moeilijk is om iedereen te helpen. Nu ik de andere school heb gezien besef ik nog meer dat ze mooi werk hebben geleverd en nog steeds leveren.
Het doet wel iets met een mens als je wordt geconfronteerd met zo een toestanden. Eerlijk gezegd heb ik er toch wat uurtjes slaap voor gelaten. Als ik dan bedenk hoe goed alles bij ons is geregeld en hoe verwend we eigenlijk zijn op materiëel gebied zonder dat we het echt beseffen schaam ik me een beetje.
Ondanks de armoede en schrijnende toestanden zijn er in Malawi ook dingen die ik in zal missen als ik terug in België ben: de manier waarop de mensen met het leven omgaan, hun warmte, openheid, hun manier om met tegenslagen om te gaan,... Ik zou er met alle plezier wat materiële zaken voor inruilen.
Ik zal niet zeggen dat ik op dezelfde manier zou willen of kunnen leven als de Malawezen want het leven hier is hard, het is overleven. (voor een blank meisje als ik zal het waarschijnlijk niet lang leven zijn) Toch denk ik dat wij er niet van moeten uitgaan dat onze maatschappij zo veel beter is als de Malawese, we kunnen nog veel van de Malawezen leren. Ik zou heel gelukkig kunnen zijn in een land waar het een mengeling is van het beste van ons land en Malawi. Waarschijnlijk een utopie maar een mens mag toch dromen hé:)
Aan de schoonouders van Mieke en Julietje wil ik al vertellen dat jullie centjes waarschijnljk gebruikt zullen worden om wat materiaal te kopen voor de armere school. Geld geven is blijkbaar nogal gevaarlijk aangezien het niet altijd goed terecht komt, daarom ben ik van plan om wat materiaal te gaan kopen en naar de school te brengen. Het andere geld dat we hebben ingezameld gaat naar YOCE, ze zullen er waarschijnlijk een degelijke keuken mee uitbouwen met een refter aan waar de kindjes kunnen eten. Het is zeker de moeite waard geweest om het in te zamelen. Ik wil iedereen die heeft geholpen, heeft bijgedragen nog eens extra bedanken!

Illegaal in Malawi
Woensdagnamiddag kwam plots ter sprake dat we elke maand ons visum moeten laten verlengen. Op voorhand was aan ons gezegd dat we voor drie maanden in Malawi konden verblijven zonder visum. We kwamen dus volledig uit de lucht gevallen.
Toen we onze paspoorten nakeken bleek dat ons visum al enkele weken vervallen was, maw we waren al enkele weken illegaal in het land. Dit moest geregeld worden want het kon wel eens heel onaangenaam worden voor ons als de autoriteiten dit in het snuitje kregen. Mieke raadde ons aan om te doen of we van niks wisten en al onze (vrouwelijke) troeven boven te halen. De Malawese man is een echte machoman die vindt dat de vrouw haar plaats moet kennen, we zouden hier zeker rekening mee moeten houden als we voor ons visum gingen {kunt ge u al voorstellen wat éne Veerle Janssens hier van denkt? :)} Wij dus met onze paspoorten naar het immigratiebureau. En ja, het was zo ver: vier machomannekes die ons met een lome blik aankeken. Wij wisten niet goed of we in hun kantoor moesten gaan of niet. Nadat ze ons van boven tot onder hadden gekeurd zeiden ze dat we mochten binnen komen. We moesten ons paspoort eerst aan de grote baas geven. Nadien gaf hij het paspoort door aan een andere man om het te bekijken, die het nog eens doorgaf en nog eens, … Net toen ik in een feministische bui aan het bedenken was waar ze het visum voor mijn part konden steken zag ik dat Hanne haar beste troeven boven haalde om de mannen aan onze kant te krijgen. Hanne was de dag er voor nogal geschrokken van het feit dat ons visum niet in orde bleek en was wat bezorgd dat het niet in orde zou komen. Ze haalde dan ook alles uit de kast. De mannen hadden niet veel nodig voor ze uit haar hand aten. Ik was heel blij dat Hanne dit katje waste want ik zou mezelf toch een beetje moeten verloochenen om toe te geven aan hun machogewoonten. Hanne haar actie was dus een meevaller. Ik leunde achteruit in mijn stoel en aanzag geamuseerd het schouwspel. Plots kregen de mannen door dat we te laat waren om ons visum te verlengen. Geen nood, Hanne haar charmes hadden gewerkt. Ze zeiden dat we geluk hadden: zij zouden het door de vingers zien, maar konden het toch niet laten om er bij te vertelden dat ze ons evengoed vijf dagen konden laten opsluiten in de gevangenis, ze zouden dit niet doen.. Hanne giechelde op een meisjesachtige manier en hield zich van de domme waardoor ik heel hard mijn best moest doen om niet in lachen uit te barsten. De baas had al een aantal keren in mijn richting gekeken met een argwanende blik. Bij het horen van de mogelijkheid tot gevangenisstraf besloot ik om dan toch ook maar een beetje mijn best te doen, een glimlachje kon er wel van af. Tien minuten later waren we 5000 kwatcha armer maar stonden we buiten met de stempel, holépistolé. Ondanks het feit dat de mannen dachten dat zij het hef in handen hadden wisten wij wel beter,hihi.

Momenteel zijn we weer een paar uur later, ik zit buiten in de donker, gevlucht voor een krapuleuze rat. Richard is deze namiddag gekomen om ze te vangen. Hij verzekerde me dat hij de rat zou vangen. Dit deed hij met bijhorende (zeer grappige) bewegingen hoe hij het zou aanpakken; ik was weer gerust (dacht ik). Richard ging als een held ons huisje binnen en trok de wasmachine weg, daar zat de rattekop!! Ik hoorde het nodige geroep van Richard en Hanne en plots was ze weg. Ik zat nog op mijn rots tegen het huis onder een raam tot ik besefte dat de rat het raam zou kunnen gebruiken om te ontsnappen en misschien een zachte landing in mijn nek wel zou weten te appreciëren. Katrap sprong ik van de rots en liep naar de andere kant. De rat was even later spoorloos. Er werden oorbellen en tampons van Hanne teruggevonden in de wasmachine. Aangezien wij de wasmachine niet gebruikten was het wel duidelijk dat we hier niet met een gewone rat te maken hadden maar met een meesterdief, het uitschot der uitschotten, the master of crime, krapul, … ( je mag het zelf verder aanvullen).
's Avonds dook de dief terug op, waarschijnlijk op weg om nog een tampon te pikken. Richard en Dave proberen ze momenteel te vangen, ik hou de deur in 't oog (weliswaar vanop een afstandje) om te zien of de snoodaard wil ontsnappen en heb besloten dat ik dan maar buiten aan mijn blog zal werken. We zullen zien of dit verhaal een staartje krijgt.


sportdag
Donderdag was het sportdag in Sitima. We begonnen met een openingsdans. Hiervoor haalden we Miekes geluidsboxen en mijn i-pod boven (waar we ons de avond er voor al goed mee geamuseerd hadden ter voorbereiding). Zoiets hadden ze in Sitima nog nooit gezien, tof tof! Ook het liedje vonden ze geweldig. De hele school stond in een kring. Hanne en ik deden wat bewegingen, de kindjes en leerkrachten moesten dit achterna doen. Ze vonden het leuk en grappig om die zotte grieten achterna te dansen. Na de opening werden de kinderen in groepjes verdeeld om de activiteiten te doen. De leerkrachten waren supergemotiveerd. Vanop een afstandje stond ik toe te kijken. Ze slaagden er weer in om me te ontroeren door zo hard hun best te doen om de sportdag tot een goed einde te brengen. De dingen die we gepland hadden liepen iets trager dan verwacht aangezien het zowel voor de leerkrachten als voor de kinderen heel moeilijk was om de bedoeling te begrijpen. Hanne had één van de activiteiten voor haar rekening genomen. Ik ging overal kijken of het lukte en om te helpen indien nodig. In het begin moest er heel hard geholpen worden: er werd niet begrepen wat de bedoeling was, een ander spel leek interessanter waardoor leerkrachten vergaten met hun eigen spel te beginnen, …
Met het nodige geduld en genoeg visuele ondersteuning lukte het dan om uiteindelijk toch alles wat in gang te krijgen.
Tijdens de besprekingen die we op voorhand hadden gedaan merkten we reeds dat de leerkrachten heel moeilijk konden begrijpen wat een sportdagje inhield. Voor hen was het iets waar ze nog nooit van hadden gehoord. De voorbereiding met de leerkrachten was in een aantal keren gebeurd omdat het voor hen zelfs te veel was om de uitleg in één keer te volgen/begrijpen.
Hun denken verloopt wat trager, hier moeten we voortdurend rekening mee houden. Ze zijn in hun leven dan ook niet veel gestimuleerd om hun denkvermogen te ontwikkelen. Ik merkte pas hoe traag dit in werkelijkheid was tijdens de sportdag. Door hier mee geconfronteerd te worden zie ik nog meer het belang in van het uitbouwen van degelijk onderwijs. De goede wil is er alleszins al, de leerkrachten doen hun uiterste best met de mogelijkheden die ze hebben. Ondanks het feit dat het een tijdje duurde voordat de activiteiten begrepen werden konden we de sportdag met een goed gevoel afsluiten. Tegen de middag verliepen de activiteiten vlot . De leerkrachten waren allen heel moe maar vonden het een toffe dag.
Het idee van een sportdag is gelanceerd. Het zaadje is geplant, nu moet het alleen nog wortel schieten. Ze willen hier echt vooruit dus ik twijfel er niet aan dat dit zal gebeuren. Gisteren is de school begonnen met het inoefenen van dansjes voor het slotfeest, dit zal waarschijnlijk de volgende weken dagelijkse kost zijn. We kunnen een heel spektakel verwachten als we terugkomen!

Ondertussen is er nog een muis gezien: een kleiner formaat en grijs deze keer. We hebben dus bijna alle kleuren van de regenboog in huis (allé toch al bruin en grijs), misschien kunnen we een muizen/ratten-huisje opendoen voor de kindjes(met een klein gevangenisje in voor de slimme krapuleuze rat die oorbellen per paar steelt, ze zal dan wel leren!).
Ik zit nog steeds buiten en ben aan de amarulla gegaan om mijn muizen/rattenangst te overwinnen. Aangezien ik de perfecte toiletzak heb om als hangmat te dienen voor een rat en ik verwacht dat ze daar straks relaxed ligt in te dommelen kan het geen kwaad om wat amarulla te drinken. (hopelijk zie ik ze dan niet dubbel)
Zoals ik in het begin reeds vermeldde vertrekken we zondag voor drie weken naar Mozambique. Het zal sowieso al niet gemakkelijk zijn om het te bereizen (volgens het reisboekske zal het op zijn minst gezegd een avontuur worden),dus als je drie weken niets van me hoort: gene paniek, ik zit waarschijnlijk met een stuk of twintig man vast in een minibuske dat uiteen valt om van punt a naar punt b te raken.
Aan mijn liefste broertje en zusje: ik zal op 1 en 12 november aan jullie denken en luidkeels een verjaardagslied zingen (ook al krijg ik dan misschien slaag van 19 man die vinden dat er te veel lawaai is in het minibuske). Arré, ik zal mijn Portugees al eens gaan oefenen zodat ik me in Mozambique wat verstaanbaar kan maken.


Tot de volgende keer,
Veerle

maandag 19 oktober 2009

lake of stars

Zaterdagmorgen stonden we om half zeven gepakt en gezakt klaar om naar de bushalte te wandelen. Deze keer met bestemming Mangochi. We zouden naar the lake of stars gaan, één van de bekendere muziekfestivals van Malawi. We hadden ons op voorhand een weekendkaart aangeschaft voor 6000 kwatcha (ongeveer dertig euro). Vanuit Westers oogpunt kan je dit beschouwen als een goedkope kaart maar in Malawi kost de kaart ongeveer evenveel als het maandloon van de gemiddelde Malawees. We stelden ons dan ook de vraag wie we op het festival zouden treffen. Ik had wel zin in een echt Afrikaans festival maar besefte dat de meeste Malawezen de kaart niet zouden kunnen betalen. Toch wel spijtig. Stiekem hoopte ik dat er rond de plaats waar het festival werd gehouden veel Malawezen zouden zijn met standjes, muziek, … zodat ik daar wat kon rondhangen.
Het festival vond plaats op het domein van Nkpola lodge, een verblijfplaats voor de iets rijkere toerist. Aangezien dat wij niet echt onder deze noemer vallen (en ook geen zin hadden om op deze manier in Afrika te zijn) besloten we om geen overnachtingsplaats te reserveren maar daar te bekijken waar we konden slapen. We veronderstelden dat er nog andere backpackers zouden zijn die waarschijnlijk op het strand zouden slapen en besloten om ons ook een plaatsje te zoeken onder de sterrenhemel. We namen het hoeslaken van onze slaapzak mee zodat we niet met een zware zak moesten sleuren, in Afrika is het toch warm, de pret kon niet op. We zagen het al helemaal voor ons: wij al slapend in het zachte zand aan het Malawimeer onder de Afrikaanse sterrenhemel. Uit veiligheidsoverwegingen hoopten we dat er nog andere enthousiastelingen waren om deze ervaring met ons te delen (liefst van op een afstandje, juist ver genoeg om ons te beschermen moest het nodig zijn:)}
Omstreeks 14u kwamen we aan. Aan de ingang werd er gevraagd of we op de camping wilden verblijven of niet. Om onze veiligheid te garanderen namen we het besluit om hier gebruik van te maken. De camping bestond uit gras met bomen en een stuk strand. Vanop het strand keek je uit op het Malawimeer. We zouden dan toch in het mulle, zachte warme strand kunnen slapen. Enerzijds waren we tevreden dat we op een veilige plaats konden overnachten, anderzijds zorgden deze onverwachte kosten wel voor een serieuze streep door mijn plannen om geregeld een mojitootje te drinken.
Nu we een tijdje in Malawi verblijven merken we dat we meer en meer volgens Malawese normen denken wat geld betreft. We hadden beiden tienduizend kwatcha bij(vijftig euro), in Malawese ogen heel veel geld. Dit festival was echter georganiseerd door een Engelsman en gericht op Westerlingen en de rijkere Afrikaan. De prijzen waren volgens onze normen zeker niet te hoog, laat ons zeggen zelfs goedkoop, maar na een tijd door te brengen tussen de mensen van Malawi, al wetende met hoe weinig geld de mensen hier de maand moeten rondkomen, kon ik het toch niet laten om een aantal keren over de prijs na te denken voor ik iets kocht.
Het festival zou om 15u starten. In afwachting nestelden we ons op het strand en zwommen wat om af te koelen. Naar goede Afrikaanse normen stond het eerste groepje rond 17.30u klaar. Er was nog niet te veel volk, de plaats was redelijk idylisch en het groepje redelijk Afrikaans. Dat zat wel snor, tevreden lag ik op het strand wat te genieten van de muziek en de laatste zon van de dag.
Iets later kwam er echter meer volk aan en werd de muziek meer Westers. Drank en eten werden overdadig geconsumeerd. Eigenlijk zoals een festival bij ons. Ik wist op voorhand dat het festival meer de Westerse toer zou opgaan. Ik zou een klik moeten maken als ik er van wilde genieten. Ik dacht dat dit niet zo een groot probleem zou zijn en had niet verwacht dat de cultuurschok zo groot zou zijn. Toen ik zag dat borden maar half werden leeggegeten, glazen, flesjes nog bijna vol werden weggezet terwijl er op honderd meter van het festival mensen waren die bijna niets bezaten, waarschijnlijk regelmatig honger leden, kon ik niet begrijpen dat er niet zorgvuldiger met deze zaken werd omgegaan. Ik stelde me de vraag wat de mensen van Sitima van heel het gebeuren zouden vinden en was blij dat ze niet konden zien hoeveel eten en drinken er werd weggesmeten.
Op een gegeven moment was er de éne of andere hiphopper die een liedje over zijn lievelingsauto had gemaakt. Hij vroeg naar de lievelingsauto van iedereen en of iedereen hardop mee Mercedes Benz kon zingen (zijn favoriete wagen).
In België zou ik heel dit gebeuren waarschijnlijk aan me laten voorbijgaan, hier had ik het na dit lied echt wel gehad. Ik zou de eerste bus terug naar Zomba nemen. Temperamentvol als ik kan zijn was ik al aan het bedenken hoe snel ik mijn valieske kon pakken en desnoods te voet richting Zomba zou stappen (vijf uur met de bus, dat is slechts een aantal daagskes stappen hé). Nog voor ik kon overleggen met Hanne om deze plannen tot uitvoering te brengen zaten er twee Afrikanen bij ons die maar niet weg wilden gaan. We hadden al geregeld wat mannen moeten afwimpelen maar deze keer leek het niet te lukken. Uiteindelijk besloten Hanne en ik naar het andere podium te gaan om aan ze te ontsnappen. In eerste instantie wilden ze meegaan maar na enige heel duidelijke boodschappen zagen ze in dat ze beter op zoek konden gaan naar andere slachtoffers. Aan het andere podium was een dj aan het spelen en stonden voornamelijk blanken zo uitdagend mogelijk te dansen. Toch een heel spektakel om te volgen hoe verschillende versierpogingen werden ondernomen, wel niet interessant genoeg om te blijven hangen. Om twee uur wandelden we naar de camping. We zouden ons gaan installeren onder de Afrikaanse sterrenhemel in (zoals al eerder vermeld) het mulle, zachte, warme zand. Ook dit was iets of wat verkeerd ingeschat. Het zand was ondertussen ijskoud en steenhard. We probeerden er het beste van te maken en legden ons achter een tentje. Regelmatig passeerde er volk of bewakers die nonchalant een groot geweer in hun nek mee sleepten. Ik zag mezelf al in mijn gat geschoten worden als een bewaker struikelde van het staren en zijn geweer zou afgaan. We konden wel niet zeggen dat we niet bewaakt werden. Zelf was ik ook iets alerter aangezien ik niet neergeschoten wou worden. Van veel slapen was er dus niet echt sprake. Toen ik eindelijk in slaap sukkelde werd ik wakker door een dame die maar “get out” bleef krijsen. Hanne was ook wakker geroepen, samen mochten we getuige zijn van een Afrikaan die uit een tent kroop en timide sorry zei. Hij was blijkbaar in dronken toestand in de verkeerde tent gekropen en moest nu afrekenen met een hysterische vrouw. Hij stond nog eventjes volledig van slag en beteuterd te kijken voor hij op zoek ging naar zijn eigen tent. We sliepen bijna terug toen er plots een storm uitbrak. We keken elkaar aan terwijl het zand in ons gezicht vloog en moesten kei hard lachen. Dit was toch niet meer mogelijk? We wilden graag dicht bij de natuur zijn, nu waren we echt heel dichtbij, doel bereikt zullen we zo maar zeggen. Rond half vijf werden we nog een keer wakker en konden we de zonsopgang boven het Malawimeer zien, wondermooi. We besloten om er het beste van te maken en toch te blijven.
Omstreeks zeven uur gingen we op zoek naar koffie of thee. Aangezien dit nog niet te verkrijgen was zetten we ons op een stoel op twee meter van een standje zodat we in 't oog konden houden wanneer er koffie/thee was. Om half negen (slechts onderhalf uur laten) was er iets om te drinken, om negen uur doken we het Malawimeer in. Niet veel later kwamen we een oude bekende tegen: zatte Rolf van Monkeybay. Hij was nog steeds of terug zat en sukkelde bijna in het Malawimeer nadat hij iets was komen zeggen. Gelukkig vond hij zijn weg terug naar het strand voordat hij in het water viel. De dag werd beter en beter. Heel wat mensen waren al vertrokken of moesten een kater verwerken waardoor het rustiger was. De mannen hadden door dat ze beter jacht maakten op andere meisjes, rastamannen dansten enthousiast in het rond (met broeken die zo laag hingen dat Hanne geregeld de neiging moest onderdrukken om ze op te trekken). De cultuurschok die ik de dag voordien had ervaren was iets minder groot, ik kon terug genieten van het festival en sloot de dag al dansend af.
Na nog een bijna slapeloze nacht (maar wel een geweldige sterrenhemel) liepen we rond vier uur terug naar de bushalte. Op de bus zat ik naast een dame die schijnbaar nood had aan lichamelijk contact. Ze zat geregeld op mijn schoot, lag op mijn arm,... Op een gegeven moment stopten we ergens waar ze broodjes kocht. Ze wou nog een drankje kopen. Toen ze rechtstond was ik me net aan het afvragen of ik het me inbeeldde dat er broodjes op mijn hoofd lagen. Nog voor ik hier uit was rolden de broodjes richting mijn nek. Jaja, ze had de broodjes op mijn hoofd gelegd (ze zaten gelukkig in een zakje). Hanne en ik lagen plat van het lachen. We waren zo moe dat we beiden voortdurend in lachbuien uitbarstten. De mensen rond ons amuseerden zich hier kostelijk mee. Ook de dame met broodjes zorgde voor het nodige vertier. Omdat ik het “op het hoofd dragen” nog niet volledig onder de knie had besloot ik om de broodjes even voor haar vast te houden. Ze wist dit wel te appreciëren en vertelde me hoe mijn broodje in het chechewa noemden. Toen ik het achterna zei verscheen er een glimlach op haar lippen. Iets later viel ze in slaap met haar hoofd op mijn schouder. Ik kon me niet voorstellen dat dit in België zou gebeuren.(waarschijnlijk krijgt ge dan een goei pak slaag), de ongedwongenheid van de mensen vind ik super.
Ondanks het feit dat ik op zaterdag veel moeite zou gedaan hebben om terug in Zomba te raken ben ik toch blij dat we zijn gebleven. Ik moest even door de zure appel bijten om de mooie/leuke dingen te kunnen ervaren. Er zijn altijd verschillende invalshoeken om naar de dingen te kijken. Met de Malawezen in mijn achterhoofd vond ik het enerzijds moeilijk om de eerste dag vrolijk deel te nemen aan het festivalgebeuren, anderzijds deed het me (nog maar eens) beseffen hoeveel geluk wij hebben dat we ons geen zorgen hoeven te maken over eten, drinken, ... Dit zorgt er voor dat ik me bij tijden om hele kleine dingen de gelukkigste mens op aarde voel.

vrijdag 16 oktober 2009

beestjes, allemaal beestjes; visum regelen; project

We zijn nu over de helft en de tijd lijkt sneller en sneller te gaan. De voorbije weken ben ik geregeld in contact gekomen met de “wonderen” van de natuur: kippen die mijn eten uit mijn bord willen stelen of in mijn voeten pikken, grote spinnen die het wel gezellig vinden om een huisje te delen met ons, salamanders die gezellig samen een douchke willen nemen, slangen die zonnen op de rots waar wij omhoog willen kruipen, domme kevers met een oriëntatieprobleem die constant terug tegen de muur vliegen, een beleefde geit die vindt dat ze ook recht heeft op een plaats in het toilet en dan over mijn voeten naar buiten stormt, kikkers in het toilet, honden die Afrikaanse feestjes houden en me van de rots duwen, … Dit alles kon ik nog zien als een ervaring en was mits de nodige gillen te doorstaan. Ik begon net te denken dat ik het allemaal wel aankon tot de dag des oordeels aanbrak. Het was zo ver: mijn grootse angst werd waarheid. Ik zat ontspannen in de zetel een verhaal te vertellen toen plots door ons huis een muis/rat gallopeerde. Ik probeerde eerst nog te ontkennen dat ik het beest had gezien (puur voor mezelf) maar er was geen twijfel mogelijk. Ze was er. Ik bedacht even de mogelijkheid hoe snel ik op een vliegtuig zou kunnen zitten richting muisvrij huis maar besefte toen plots (en met enige tegenzin) dat ik bijna negentwintig jaar was, oud genoeg om de angst voor het knaagdier te overwinnen. Om mijn angst toch iets of wat te rechtvaardigen vind dat ik er wel mag bij zeggen dat het hier om een mengeling tussen rat en muis gaat, dus beste vrienden, niet gewoon om een muis. Ik besloot dat overwinnen dan ook te veel gevraagd was en gooide het over een andere boeg: namelijk aandurven. Daarom heb ik, moedige Veerle, het toch aangedurfd om heel snel naar mijn kamer te lopen voorbij de plaats waar de muis was gepasseerd. Tijdens het lopen riep ik naar Hanne dat ik geen lichten uitdeed (want dan zag ik niet waar ik of dat rattebeest liep). Eenmaal in mijn kamer sloot ik de door, van plan om ze niet meer te openen. Hanne heeft schrik voor spinnen en nu was het zo dat deze ons net op hetzelfde moment als het rattemuizenbeest een bezoekje brachten. Ik was echter zo bang dat Hanne voor voldongen feiten stond en het licht moest uidoen. Gelukkig stond het licht dicht bij haar kamer en vond ze het zo een komisch zicht om me vol angst door het huis te zien spurten dat ze het licht met een glimlach uitdeed. Ik maakte ondertussen op mijn kamer wilde plannen om een kat aan te schaffen of er desnoods ergens één te gaan stelen. Een half uurtje later, veilig in mijn bed met muskietennet rond, bedacht ik dat het nogal flauw van me was om zoveel schrik te hebben terwijl we net op bezoek waren geweest in het huisje van de zusjes. Ze leefden er met vijf in een kamertje van twee op drie meter. Ze aten er, keken er tv, studeerden er, ... Het kamertje kon volgens westerse normen omschreven worden als een krot. Een plaats waar zeker en vast de nodige knaagdieren passeerden. Toch vertelden de zusjes vol trots en met een lach dat ze electriciteit en een video hadden. Ik kan van deze allerliefste grietjes nog heel veel leren en ben dan ook in slaap gevallen met de gedachte dat ik niet meer zo flauw zou zijn. De volgende dag belemmerde dit me echter niet om te wachten tot ik Hanne hoorde om zelf op te staan zodat ik niet alleen met de muisrat zat:) Tja, eens een Westers meisje, altijd een Westers meisje zekers?
Verder kan ik met een klein beetje trots vertellen dat we eindelijk klaar zijn geraakt met het knutselen van de kaartjes voor de daglijnen. De leerkrachten kunnen het in gebruik nemen en wij hebben nog een week en half om het mee op te volgen. Volgend weekend vertrekken we richting Mozambique voor een drietal weken. Dinsdag zijn we ons visum in orde gaan brengen in Blantyre. Op voorhand hadden we al een beetje ingeschat dat dit niet zonder slag of stoot zou gaan. Eerst en vooral was de verblijfplaats van het consulaat veranderd en leek het of de vrouw die ons doorverwees zelf niet goed wist waar het zich situeerde. Bij aankomst aan het consulaat bleek dat ze tot 12 uur visumaanvragen behandelden. Geen probleem, het was nog maar tien uur dus dat zou wel lukken. Aan het loket zat echter de meest relaxte man ooit. Ik twijfelde even of ik hier te maken had met Boeddha of niet? Toen we eenmaal aan de beurt waren bleek dat de pasfoto's van Hanne niet goed waren. Ze had ze afgeprint op papier, de boeddha had toch graag een echte foto. We spraken af dat Hanne een plaats zocht om de foto's te laten maken. Ik zou de papieren verder in orde maken. Iets later duwde de Boeddha een rekeningetje in mijn handen. Dit moest ik meenemen en naar een bank gaan om te betalen voor de visums. Ik begreep er natuurlijk geen sikkepit van. Toen ik meer uitleg vroeg probeerde de man me duidelijk te maken wat ik moest doen. Aan het loket hing echter een papier waar op stond dat ze enkel cash aanvaarden. Ik vroeg hem waarom het papier er hing als ik naar een bank moest gaan om te betalen. De man begreep geen yota van mij (we zaten voor de eerste keer op dezelfde lijn rond het niveau van begrip). Naast het papier van cash geld hing een ander papier waar opstond dat je het paspoort in de namiddag tussen twee en drie moest komen halen. Indien je dit niet deed en het was weg had je pech, het consulaat was hier niet verantwoordelijkheid voor. Ik stond daar mooi te kijken met rekeningetje in mijn handen waarvan ik niet goed wist of het allemaal wel klopte. Ik zag onze paspoorten al verdwijnen terwijl we er bij stonden ('t was niet omdat hij zo relaxed was als den éne of den andere boeddha dat hij ook nog naar de ultieme goedheid streefde), toch maar voorzichtig zijn. Wat zou ik doen? Zoals ik geleerd had van de Afrikanen in Monkeybay wandelde ik als een toerist rustig wat door het gebouw en keerde terug om plaats te nemen op een stoel om de boeddha met arendsogen gade te slaan. De boeddha werd opmerkelijk zenuwachtiger en was twee minuten later boeddha-af. Hij zei nog een keer dat ik het rekeningetje moest betalen. Toen hij eindelijk door had dat ik begot niet wist waar dat ik dit moest doen, of ik dan moest terugkomen of niet legde hij het allemaal nog een keer uit. Ik vroeg hem of we dan na betaling zeker onze visums zeker in orde waren. Hij bevestigde dit. Omdat ik nog weinig keus had buiten er op te vertrouwen dat alles in orde zou komen ging ik op zoek naar de bank die bij het consulaat hoorde. Ondertussen had Hanne een fotograaf gevonden en foto's laten maken. Nadat we heel lang hadden aangeschoven om te betalen in de bank gingen we vliegensvlug terug naar de bank om het rekeningetje te laten zien. We moesten om twee uur maar terugkomen. Met een bang hartje gingen we een aantal uren later kijken of we onze paspoorten al dan niet zouden terugkrijgen. Toen het daadwerkelijk in orde was waren we zo blij dat we beiden een vreugdedansje deden terwijl we elkaar rond de nek vlogen. Dit wist de boeddha wel te appreciëren, hij lachte en wenste ons een prettig verblijf in Mozambique. Ziezo dat katje (boeddhaathje) was weer gewassen!

De volgende dag reden we goedgezind naar het project om te helpen waar nodig. 's Middags bespraken we met de leerkrachten het voorstel om een sportdagje te organiseren. Ze stonden er allemaal achter en vonden het een goed idee om eens iets anders te doen buiten de lessen. Iedereen zou al eens nadenken over activiteiten die we eventueel konden aanbieden. We willen het volgende week laten doorgaan aangezien we binnen anderhalf week vertrekken. Na onze trektocht door Mozambique komen we nog één week terug. Het is dan ook de laatste week voor de vakantie (wat betekent dat het tijd is voor de kinderen om op de velden te werken). Er zal dan druk geoefend worden op verschillende dansjes, liedjes om af te sluiten. Ik ben supercontent dat ik nog bij het slotfeest kan en verheug me er al op om het spektakel te zien!

Nog een kleine nota voor onze bussiepoessie: Bedankt voor het overlevingspakketje, Hanne en ik hebben de chocolade al moeten opeten wegens acuut smeltgevaar! De rest ligt veilig in de kast voor moeilijkere tijden! Zorgt nog goe voor ons Romie en tot binnenkort.

groetjes,
Veerle

zondag 11 oktober 2009

Dieper in de cultuur van Afrika

Ik mag kleine Vera even pakken terwijl de familie toekijkt


Na ons tripje naar het Malawimeer was ik weer helemaal klaar voor het project. Woensdag voelde Hanne zich heel moe en moest Mieke papierwerk regelen waardoor ik besloot om alleen naar Sitima te rijden. Ik genoot van de fietstocht, onderweg zag ik ouders die me herkenden en van ver tegemoet wuifden. Op de school kwam Sam vertellen dat hij tevreden was dat hij iemand van ons terug zag. Andere leerkrachten stonden vanop een afstand te wuiven of kwamen een kijkje nemen. Het verbaasde en ontroerde me dat ze ons hadden gemist, we waren eigenlijk maar twee schooldagen weg geweest. Sam vroeg me raad om de kinderen beter te kunnen onderwijzen. We wisselden ideetjes uit en kwamen zo tot nieuwe mogelijkheden. Tijdens de speeltijd besloot ik om terug te rijden. Normaal vertrekken we altijd rond de middag maar omdat ik alleen was en een beetje voorzichtig wou zijn besloot ik om op een ander tijdstip te vertrekken. De mensen weten wanneer we ongeveer passeren, ik vond het veiliger om onverwacht voorbij te fietsen. Voorzichtigheid blijft belangrijk aangezien je door je blanke kleur de aandacht trekt en aanzien wordt als rijk. Tijdens het terugrijden kwam ik de moeder van Alexander achter op een fiets tegen, ze viel er bijna af van het wuiven. Haar enthousiasme, spontaniteit maakt mij steeds super goedgezind. Ik reed dan ook met een glimlach terug naar Zomba plateau (ondanks de berg waar ik me toch nog niet helemaal heb overgezet).

De volgende dag reden we weer voltallig naar het project. We zouden 's middags het babytje van een leerkracht bezoeken en in de namiddag de voetbalschoenen en kleren verdelen, een drukke dag dus. Om het babytje te zoeken moesten we eerst een uurtje door de “bush” stappen. De mensen wuifden ons van alle kanten toe. De hele familie van Moondy zat ons aan het huisje op te wachten met de nieuwe baby. Lukerene stelde heel de familie voor, we mochten de baby even pakken en vervolgens kregen we een bord met eten. De baby had nog geen naam. Na overleg tussen Lukerene en Moondy (twee leerkrachten van de school die tevens familie waren van elkaar) werd besloten om het kindje naar mij te noemen. Het kreeg de naam Vera omdat Veerle nogal moeilijk is in het Afrikaans. Toch wel een hele eer. Na het afgeven van onze cadeau was het tijd om terug naar de school te gaan zodat we de voetbaltenuetjes konden uitdelen.
De meisjes kwamen één voor één binnen om schoenen, een short en een truitje te passen. Het ene meisje glunderde al sterker als het andere. Ze waren heel blij met hun verworven schoenen. In België ga je bij de voetbal en is het logisch dat je zelf schoenen gaat kopen (vaak in de kleur, het model naar je voorkeur). Hier voetballen de meisjes op hun blote voeten en is er veel moeite voor gedaan om genoeg voetbalschoenen te verzamelen en ze in Afrika te krijgen. Als je dan de gezichten van de meisjes ziet is het de moeite dubbel en dik waard. Aangezien er een dertigtal meisjes zijn en we maar tot twintig tenuetjes konden gaan moest er geselecteerd worden wie regelmatig naar de training kwam en wie niet. Rationeel gezien stond ik hier achter, emotioneel vond ik het moeilijk om tegen een aantal meisjes te moeten zeggen dat ze geen schoenen zouden krijgen. In een land waar zoveel armoede is en waar je zelfs in de winkels met periodes simpele zaken niet kunt aanschaffen is het heel moeilijk om aan voldoende voetbalschoenen te raken. Ik kon dan ook zien dat het niet realistisch was om aan iedereen schoenen te beloven.
Door hier te zijn besef ik keer op keer hoe goed we het hebben op bepaalde punten en hoe normaal we dit vinden. Ik heb het gevoel dat ik hier intenser met de zaken omga owv het feit dat het allemaal niet zo evident is. Zo kan ik heel hard genieten van een eenvoudige maaltijd. We hebben veel minder keuze en moeten meer moeite doen om het eten aan te schaffen (Tien kilometer wandelen voor cornflakes en melk is niet abnormaal). Als we dan eens een ijsje of nagerechtje eten is het feest. Ik ben heel tevreden dat ik dit mag beleven zodat ik nog meer van de kleine dingen kan genieten.
Ondanks het feit dat ik geniet van Afrika zijn er ook situaties waar ik het moeilijk mee heb. Zo wordt er hier nog heel veel aan witchcraft gedaan. In de dorpen worden moeilijkere mensen soms gewoon geëlimineerd. De witchdokter vergiftigd het slachtoffer dan (vaak in samenspraak met de chief van het dorp). Niemand stelt er vragen bij. Het kan zelfs zo ver gaan dat ze de kinderen van een man die eigenlijk niet van het dorp is en sterft durven vergiftigen omdat ze vinden dat deze er niet meer horen. De vader is er ook niet meer om hen te beschermen. Wanneer ik doorvraag of er dan echt niemand reageert op deze situaties, het toch niet kan dat niemand het verschil tussen goed en kwaad herkent dan blijkt dat ze zo weinig ontwikkeling, scholing hebben gehad dat het voor hen heel moeilijk is om er bij stil te staan. Het behoort tot hun cultuur en daarmee is de kous af. Ik wist dat de cultuur hier anders was, dat de mensen laag geschoold waren maar had niet verwacht dat het zo ver ging dat zelfs onschuldige kinderen konden vergiftigd worden zonder dat er een haai naar kraaide. Omdat iedereen in grote armoede verkeerd is het bijna een plicht om te delen met de anderen, vanaf het ogenblik dat iemand het beter heeft als een ander of nadelig is voor het systeem kan het zijn dat er “maatregelen” worden genomen. De armoede waar de mensen in verkeren is voor ons heel moeilijk voor te stellen. Ze leven vaak in huisjes waar wij van zouden vinden dat ze zelfs niet goed genoeg zijn voor onze huisdieren. Het is echt overleven. Wanneer je probeert om te overleven draait het meer om de primaire behoeften. Ondanks het feit dat ik zeker niet goedkeur wat er gebeurt kan ik wel begrijpen van waaruit dit gedrag verder komt. Verdere scholing en ontwikkeling is dan ook meer dan welkom in een land als Malawi zodat de mensen kunnen loskomen van deze vreemde ideëen. Heel lang geleden verbrandden ze bij ons ook nog heksen owv bijgeloof, armoede, angst, te weinig ontwikkeling... In Afrika zal er nog een hele weg moeten afgelegd worden. Wij hebben het geluk gehad dat we deze periode sneller door zijn gekomen en gelukkig geen heksen meer verbranden, geloven in zwarte magie,... Wanneer ik in Malawi rondkijk moet ik vaak aan de verhalen van onze opa's en oma's denken, aan de geschiedenislessen die ik heb gehad. Het lijkt soms of ik terug gekatapulteerd ben in de tijd. Ik geloof er in dat het ook hier nog sterk kan ontwikkelen en zal veranderen. Het project in Sitima is al een stapje in de goede richting om de Malawezen te helpen om voor zichzelf te denken, zich te ontwikkelen,... Hopelijk lukt het hen om hun land verder te ontwikkelen zodat ze toch al niet meer hoeven te “overleven” en gewoon kunnen leven. Wanneer ze dan gewoon “leven” hoop ik dat ze hun warmte, vriendelijkheid en een normaal samenhorigheidsgevoel kunnen behouden. Het ontroert me elke dag opnieuw hoe ze met hun situatie omgaan {natuurlijk zonder al het witchcraftgedoe en de vergiftigingeskes:)}. Ik ben alleszins nog steeds blij dat ik in hun ervaringen mag delen (zolang da ze mij ni vergiftigen, deze ervaring laat ik liever aan mij voorbij gaan). Dus met mij is alles tot nu toe nog dik in orde. Volgende weekend is er in Mangotzi een muziekfestivalleke waar we de sfeer eens gaan opsnuiven, dan zal het met mij nog vele dikker in orde zijn vermoed ik, holépistolé!


groetjes,
Veerle

woensdag 7 oktober 2009

weekoverzicht

het motortje waar we mee langs het malawimeer scheurden
spelletjes spelen met de klassen

zie hier: het kleedje, k heb er wel een vestje over zoals jullie kunnen zien


spelletjes


Vorige week hebben we enkele spelletjes geïntroduceerd in de verscheidene klassen. Nadien merkten we dat de leerkrachten met hun klas de spelletjes speelden. Zo hadden we aan het kleinste klasje "de bom" geleerd.
Een dag later zaten Hanne en ik te knutselen en hoorden we geregeld heel hard boem roepen vanuit de klas. Nadat er boem was geroepen werd er luid gelachen. Het grappige van dit alles was dat het gelach voornamelijk van de leerkrachten kwam. Het was zo aanstekelijk dat ik op de duur zelf heel hard moest lachen.

Ook bij de andere spelletjes zagen we dat de leerkrachten zich krom lachten van plezier. Toch weer heel leuk om te zien hoe ze de spelletjes met de kinderen speelden.


Aankomst Mieke


Mieke is vorige week aangekomen. Voor ze er was werd er geregeld gevraagd wanneer ze zou komen. De mensen waren een beetje ongerust of Mieke nog wel zou terugkomen. Toen ze donderdag arriveerde zag je de opluchting en blijdschap. Het leek of er een soort van rust over de school kwam. Je merkt dat er heel wat respect is voor Mieke. De inwoners van Sitima en omstreken hun levenskwaliteit zou sterk verminderen als het project (Mieke) hier niet zou zijn. Enerzijds vind ik deze realiteit schrijnend, anderzijds ben ik blij dat ik mee mag helpen en kan zien hoe deze mensen willen werken aan een betere toekomst. Zo zie je maar wat enkele personen kunnen verwezenlijken/betekenen voor anderen. Je denkt geregeld dat je alleen of met een paar niet veel kan doen maar in Sitima merk ik dat er heel wat in beweging kan komen als iemand de steen aan het rollen brengt en er anderen gemotiveerd zijn om hier aan mee te werken. Ik vind het wel tof om te weten dat er heel wat kan gerealiseerd worden als je er maar in gelooft en er voor gaat. Dus mannekes als ge nog dromen hebt of iets wilt verwezenlijken zou ik zo zeggen: ni te veul twijfelen en probeert er voor te gaan. (voor mijn minder realistische vrienden de volgende wijze raad van tante Veerle: ge kunt ni de heerser van de wereld worden of in een chocolade huis met veul bedienden gaan wonen maar een schoon reiske of één of ander projectje zit er misschien wel in).


trip naar het malawimeer


vrijdag

Na een maand project besloten we om een paar dagen naar het Malawimeer te gaan. Vol goede moed gingen we op pad. We zouden niet naar het toeristische deel gaan maar naar Monkeybay. Om er te geraken moesten we een bus nemen. Op voorhand deden we navraag wanneer deze bus zou arriveren. Het beste antwoord dat we konden krijgen was rond 6 à 7 uur. Dus wij om 5 uur uit ons bed om de 5km richting bushalte te wandelen zodat we op tijd op de bus zouden zitten. Om 6 uur zaten we tevreden aan de bushalte te wachten, om 7u waren we iets minder blij maar nog nog steeds tevreden, om 8u was ik bijna terug in slaap gevallen en had Hanne de neiging moeten onderdrukken om iemand die ons persé in een minibuske wou krijgen te slaan. Om half 9 zagen we de bus opdraaien, naar Afrikaanse normen goed op tijd. Onze trip kon beginnen!


Na een vijftal uren in de bus kwamen we aan in één of ander verlaten gat: jaja, het was Monkeybay! We waren nog maar half van de bus en er stond al iemand naast ons om een verblijfplaats aan ons been te smeren. Hanne en ik wilden hier eerst niet op ingaan maar aangezien de plaats toch aanlokkelijk klonk besloten we om het een kans te geven. Wij, minstens een half uur met onze rugzak in de volle hitte door nen hoop zand liggen wroeten om er te geraken. Eenmaal daar, bleek dat de prijs veel hoger lag dan het verblijf dat in ons boekje (handig boekje van Malawi) stond. Wij dachten dat we het daar wel eens snel zouden regelen en begonnen te onderhandelen over de prijs. Spijtig genoeg ging die vlieger niet op en tien minuten later waren we met onze rugzak terug door het zand aan het wroeten. Een half uur later stonden we in het andere resthouse. Aangezien monkeybay (voor zover wij wisten) maar twee verblijfplaatsen had was dit nog onze enige optie. Toen we een kamer vroegen merkten we dat de receptionist "zo zat was als ne patat". Twee seconden later kwam er een zekere mister "frog" binnen die nog vele zatter was, laat ons zeggen zelfs een tikkeltje gedrogeerd (het feit dat hij dacht dat hij een kikker was kon al een teken zijn natuurlijk). De kikker wou ons een boottripje aansmeren, dit hebben we maar afgeslagen. Omdat we niet veel keus meer hadden rond de verblijfplaats probeerden we de zatte/gedrogeerde mannen te negeren en gingen we naar onze kamer. Eenmaal opgefrist trokken we er op uit om het stadje te verkennen. We hadden honger en zochten iets om te eten. Pech gehad: ofwel was er niemand die echt veel zin had om eten te maken voor ons ofwel hadden ze net geen vis, rijst,... De enige zekerheid die we hadden was dat we er op konden rekenen dat er minstens ene zatte in de buurt was, altijd feest! Uiteindelijk hebben we ons een vettig frietje met kool, tomaten en een ei in frietvet gekocht. Al bij al was dit best heel lekker en zaten we toch maar weer mooi tussen de Monkeybayers te eten, Afrika zoals het is. Door tussen de mensen te gaan zitten kwamen we te weten dat er nog een verblijfplaats was. We besloten om er de volgende dag naar toe te gaan.
Vol goede moed gingen we terug naar het resthouse. Hier wachtte ons nog een laatste verrassing: namelijk een hele grote kikker in een kleine wc (en het was niet mister frog). Hanne was de bewaker gaan halen om de kikker te verwijderen. De bewaker had niet echt door wat hij moest doen daarom ging hij als een toerist door onze kamer en vertrok na deze ontspannende wandeling. Hij was achter het muurtje gaan zitten. Wij nog een keer gaan vragen of hij de kikker nog zou pakken. Iets later had hij door gebruik te maken van een tolk door wat het probleem was en kwam hij gewapend met een doos en stok terug. Een vrouw en Hanne begeleidden hem, ik ging als een echte heldin buiten wachten. Net toen we dachten dat de kikker veilig in de doos zat sprong hij er uit waardoor de bewaker hem buiten moest stampen waar ik (volgens mij veilig) stond te wachten. Na het nodige gekrijs en gelach konden we gaan slapen, hopend dat we geen kikkers meer zouden tegenkomen.


zondag

Om 6.30 stonden we gepakt en gezakt klaar om naar het volgende verblijf te gaan. We volgden de pijlen maar kwamen op een gegeven moment toch weer midden in een dorpje uit zonder spoor van het verblijf. In Afrika zijn er echter altijd mensen die je verder helpen, begeleid door een twintigtal kinderen kwamen we toch nog aan bij Mufasa.
De verblijfplaats was nog in opbouw, heel mooi gelegen maar zonder electriciteit. Dit was voor ons geen probleem, na een beetje onderhandelen hadden we al iets van de prijs afgekregen en besloten we om twee nachten te blijven.
Buiten ons was er een Engelse gast, Rob. Hij trok een jaar door Afrika met zijn motor. Er waren verder nog twee personeelsleden en een Spanjaard. De Spanjaard was eigenlijk een toerist maar kende de baas van een vorig verblijf en kookte het eten in ruil voor gratis overnachting. De baas was nog niet aanwezig, we vernamen dat hij een Zuid-Afrikaan was en dat hij dezelfde dag nog met zijn zoontje zou aankomen.
We genoten van het Malawimeer en waren tevreden dat we toch niet verder waren gereisd naar een meer toeristisch deel. 's Avonds kwam de baas aan met zijn zoontje en een vriend. Ze hadden wat hippie-allures maar leken voor de rest normaal. Een paar uur later moesten we hier al wat op terugkomen. We zaten met zijn allen buiten op het strand. De Spanjaard stond een beetje op zichzelf te dansen en te zingen achter ons. De Noor, Zuid-Afrikaan en Engelsman dronken wiskey, werden zatter, smoorden wat wiet en smeden plannen om de volgende dag met een vlot naar een eiland te gaan en een hele hoop drank mee te nemen (natuurlijk met reddingsvesten, een verstandige beslissing zou ik zo zeggen). Het kind van de baas tuimelde om de twee seconden voor onze voeten in het zand en leek redelijk hyperkinetisch. Een gezellig hoopje bijeen dus. Al bij al waren het vriendelijke, toffe mensen. We konden het humoristische van heel de zaak wel zien. We vermoedden dat het de volgende dag wel iets normaler zou lopen. Hier hadden we het een klein beetje bij het verkeerde eind.

maandag

Tijdens het ontbijt riep het zoontje van de baas plots: look at that old, naked, crazy man. De Noor alias zatte Rolf was uit zijn bed en liep nog dronken en naakt richting het Malawimeer. De baas riep hem met een lach toe dat hij een broek moest aandoen. De Noor besloot om dit te negeren en wandelde rustig door. Wij lagen plat van het lachen.
In de voormiddag zwommen we wat. De baas (Tristan) lag op een steen in het water, Rolf had het plan om de fles Wiskey veilig bij Tristan te krijgen. Met zijn arm in de lucht schrijdde hij door het water, deze keer met een zwembroek aan. Nadat de fles leeg was werd er besloten dat we zouden vertrekken. De bedoeling was om naar de top te wandelen van het eiland en daar te picknicken. Omdat de mannen in hun zatte bui waren vergeten dat ze buiten hun zwembroek ook schoenen moesten aan doen werden de plannen gewijzigd. Ze wandelden dus tien meter verder, smeten het deken op de grond en hielden de picknick daar. Terwijl de mannen bleven zitten klommen Hanne en ik naar de top. Het uitzicht was schitterend. Nadien besloten we om een andere weg terug te nemen. Natuurlijk kwamen we helemaal verkeerd uit en moesten we van een rots kruipen (waardoor ik even dacht dat ik wel spiderwoman moest zijn) en door een moerassig gebied terug. Uiteindelijk vonden we de rest terug. Zander, het zoontje van Tristan durfde niet meer van een rots. De mannen waren niet echt in staat of bereid om hem er af te halen dus kroop ik op de rots om het klusje te klaren met als resultaat dat ik zelf een aantal keren in het water viel en tenslotte langs de andere kant hem er af haalde. Rolf kon ondertussen niet zo goed meer op zijn benen staan. Hij zou op het vlot gaan zitten. In plaats van er op te gaan zitten viel hij er op met zijn benen in de lucht. De mannen hielpen elkaar met de reddingsvesten. Ze stonden wat te sukkelen aan het vlot. Hanne en ik stonden op een veilige afstand te lachen met hun mannelijke manier van de zaken aanpakken. Rolf was superblij met zijn reddingsvest en heeft dit dan ook de hele tocht vermeld.
Eenmaal terug zouden Tristan en Rolf vis gaan kopen voor de maaltijd. Een paar uur na hun vertrek kwamen ze terug zonder vis, ze hadden wel bier gevonden. Rolf filosofeerde nog wat over het feit dat Afrika toch fantastisch was terwijl we onze lekkere maaltijd (zonder vis) opaten. Ondanks of dankzij de zotte kuren van deze overjaarse hippies hadden we drie fantastische dagen beleefd en konden we de volgende dag tevreden terug naar Zomba keren. Ik vermoed dat menig Achter-Olenaar het goed had kunnen keren bij dezen hippie, ze lopen ook overal rond hé.

Dinsdag
Aangezien er slechts één bus vanuit Monkeybay naar Zomba was en deze om vier uur 's morgens vertrok stonden we om drie uur op. Helemaal on-Afrikaans vertrok ze echt op tijd. Moe, maar tevreden begonnen we aan de terugtocht. Om negen uur waren we terug in Zomba. We winkelden nog snel, aten iets en wandelden onze geliefde berg op om de volgende dag terug naar het project te gaan.