donderdag 30 december 2010

Kerstkriebels

Vandaag is het mijn kleine broertje zijn verjaardag. Eigenlijk word hij vierentwintig maar zoals iedereen weet is een klein broertje gedoemd om altijd het kleine broertje te blijven. Ik ben opgestaan met mijn gedachten bij hem en ga er waarschijnlijk ook mee slapen. Wanneer de mensen die je graag ziet niet binnen handbereik zijn vertoeven ze al eens een keertje meer in je achterhoofd. Dus bij deze kleine: nen hele gelukkige verjaardag, de jaarlijkse verjaardagsstamp en stout gedrag gaan verklikken bij ons vake kan je nog ontvangen als ik terug in het land ben. Goede rituelen mogen niet gebroken worden vind ik, dus maak je al maar klaar om mijn geschenken in ontvangst te nemen.
De kerstperiode nadert, ook in Malawi, iedereen wordt een beetje gek, het gevoel van kerst lijkt wat aan me voorbij te gaan. Aangezien ik dit jaar niet zal moeten vechten voor het laatste stukje taart, mijn neefjes en nichtjes niet moet bekogelen met sneeuw tot ze huilend naar mijn broers en zusjes rennen en ik valselijk beschuldigd word door dit klein grut heb ik besloten om maar van het zonnetje te genieten en als toeschouwer te fungeren om de Malawese gekte te observeren.
Een groot aantal Malawezen hebben een gebrek aan middelen maar kerstmis zorgt er voor dat iedereen toch wil consumeren. Wanneer ik dan als onschuldige blanke (zo zie ik mezelf namelijk) over straat loop word ik voortdurend aangesproken om mijn geld te delen en het kerstgevoel een handje te helpen. Het schoonste van heel de zaak is dan nog dat ik hun kerstdroom vertederend vind en me niet kan verzetten tegen de drang om geld uit mijn portemonnee te halen. Vanmorgen wou ik nog besparen en heb ik iets doorverkocht aan het jeugdcentrum. Dezelfde dag slaag ik er in om een onnodig schilderijtje aan te kopen omdat een jongen zo graag wat geld had voor kerstmis. Een mens zou denken dat ik getraind ben om met deze situaties om te gaan en als een volleerde pitbull van me afbijt. Een paar keer flikkeren met de oogjes, wat kerstpraat en Veerle Janssens heeft haar geld al vast. Omwille van mijn verregaand sociaal gedrag heb ik wel het genoegen mogen ervaren om uitgenodigd te worden op een tripje naar ik weet niet waar, in twee kerken en in een winkel om kerstmis gezamenlijk door te brengen. Wat een uitstapje van een uur al niet kan doen voor mijn sociaal leven.
Aangezien ik een arrogant dagje had besloot ik op weg naar huis dat het mijn beurt was om iets te bekomen van een ander. Daarom vond ik het gepast om spontaan aan te bieden een bak bier van iemand naar mijn bergplaats te dragen. Om één of andere ongelofelijke reden wilde de eigenaar van deze bak niet meewerken, hij had nochtans twee bakken en kon ze amper dragen, dan wil ik al eens behulpzaam zijn. De gierige pin heeft me zelfs niet uitgenodigd voor kerstmis, zijn vriend vond het nochtans hilarisch, niet te begrijpen dat er niet gedeeld kan worden als ik het eens vraag. Het zal een kerstmis zonder biervoorraad zijn voor mij.
Ondertussen ben ik verhuisd naar mijn nieuwe woning. Het is een geweldig gezellig huisje maar zoals ik al had kunnen voorspellen heb ik de electriciteit in snelheid verslagen. De mannen van escom (electriciteitsmaatschappij) zijn nog steeds “druk” op zoek naar draad om de connectie met de centrale verbinding te maken. Mijn huisbaas is gestart met het stalken van escom en vindt het nodig om elke morgen en avond om zes uur verslag bij mij uit te brengen over mogelijke vooruitgang. Als ik de deur niet opendoe is hij zelfs vriendelijk genoeg om me uit mijn bed te bellen zodat ik weet dat hij er is en hem ogenblikkelijk kan verwelkomen. Ik denk dat ik hem de laatste twee weken meer heb gezien dan zijn vrouw in het hele jaar. Het lijkt wel of ik een overijverige werkkabouter bij het huis cadeau heb gekregen, en dat voor een Afrikaan, dat moet weer lukken dat ik de enige hyperkinetische Malawees van Zomba aan de hand heb
De dag dat ik mijn spullen verhuisde zat mijn huis op vijf minuten vol met mannen die vonden dat een bed door minstens acht man moest versleept worden. Ook de kindjes van de mannen besloten om wat tegen de deuren te duwen in de hoop dat de opening groter werd en het bed er gemakkelijker door zou kunnen. Op een gegeven moment stond ik van op een afstandje toe te kijken naar deze vrolijke bende. Ik was nog niet vergeten dat zij allemaal in mijn huis zaten, zij waren schijnbaar wel vergeten dat ik diegene was die er in zou gaan wonen, toch gezellig zo samen in een ander zijn huis beslissen wat er moet gebeuren. De Malawese man kan volgens mij toch wel een lesje ” hoe luister ik het best naar een vrouw en respecteer ik hun mening” gebruiken. En ja, ik vind tevens dat men mij mag betalen om dit in het land in te voeren. En nee, ge moet niet gierig zijn. En ja, nen auto en een huis er bij zijn goed. En nee, ik ben geen moeilijke. En ja,… (vul zelf maar verder in.) Ik moet toegeven dat ik me misschien even verlies in dit thema dus met enige tegenzin wil ik vemelden dat ik de behulpzaamheid en goede intenties ook nog kon zien. Het bed stond er na een aantal uren toch maar in en alles was maar halfkes afgebroken. De mannen konden trots naar hun echtgenotes wederkeren en het blanke vrouwtje laten dromen van hun sterkte,haha. Zolang ik het land nog niet uit ben is er nog tijd genoeg om emancipatorische/feministische gedachten aan te brengen (en me te betalen, de mannen eens lik op stuk te geven, een auto te gaan kiezen, mezelf al eens uit te nodigen bij de president om de zaken van boven uit aan te pakken, de mannen eens een week het werk van de vrouwen te laten doen, ...). Misschien dat ik toch met wat frustraties zit als ik het zo bekijk, ik zal maar een chocolaatje uit mijn postpakketje eten dan kan ik weer een uur verder zonder aan een heropvoedingskamp voor mannen te denken, chocola kan het leven van een mens toch mooi maken, bij deze dank aan de vrienden.
Om sommigen onder jullie gerust te stellen wil ik even vertellen dat ik een watchman heb aangenomen om ’s nacht over me te waken. Het mannetje lijkt me iets te lief om inbrekers tegen de grond te smijten en praat geen woord Engels maar weet hoe hij een GSM moet bedienen en zijn vader is politieagent. Om de voorwaarden te bespreken zat ik als jong, buitenlands meisje alleen en had de huisbaas besloten om samen met mijn watchman en zijn vader te komen voor de onderhandelingen. Als ze komen, is het toch altijd met velen, niets aan te veranderen. Ik merk dat ik heel hard moet vechten om mijn eigen ruimte te behouden, als ik niet oppas is het hier altijd koffietafel. Elke dag moet ik vragen wat de mensen rond het huis komen doen, of ze me op voorhand kunnen inlichten, … Binnenkort ben ik hier gekend als de blanke bitch vermoed ik. Ik heb zeker geen spijt dat ik hier ben en kan de vele mooie, leerrijke zaken zien maar ondervind dagelijks toch dat niets hier gemakkelijk gaat, voor alles dat je wilt bekomen moet je vechten, zelfs de kleinste dingen. En nadat je er dan voor gevochten hebt, zoals de watchman, voel ik me al wel eens ellendig omdat ik iemand voor een lokaal loon elke nacht voor mijn huis laat zitten. Het gemiddeld loon is één euro per nacht. Aangezien ik alles met mijn eigen spaargeld bekostig kan ik ook niet meer geven en zou ik nogal tegen het systeem stampen moest ik een Europees loon uit betalen. Toch vind ik het allemaal zomaar niet normaal. Als ik de watchman voor mijn huis zie zitten zonder iets en bedenk wat ik hem betaal moet ik toch een aantal keren slikken en kan ik het niet laten om een traan weg te pinken. Kan je je voorstellen dat wij voor één euro per nacht voor een huis gaan zitten? Ik voel me de verwende rijke en zou liever geen watchman nemen maar om dat te riskeren voel ik me net niet veilig genoeg. Door het wel te doen is er één Malawees meer met werk maar mag ik niet te hard denken aan het geld dat hij ontvangt om twaalf uur hier te zijn. Bijna niet te geloven, het geeft het echte leven hier toch maar weer neer. Ik moet me verplichten om niet te gevoelig te zijn, anders zou ik al een zetel gaan kopen en een dekentje, terwijl hij er is om te waken en ik eigenlijk zelf moet uitkijken hoe ik mijn geld spendeer. Enerzijds mag ik niet te lief zijn want dan lopen ze over me, anderzijds is iedereen in mijn ogen mens en daarmee uit, ik wil een ander dan ook behandelen op een manier waar ik me zelf nog goed bij voel, een hele opdracht hier in Malawi als je niet het slachtoffer wil worden van je eigen goedheid. Ondertussen vraag ik me af wanneer de electriciteit er zal zijn en ik niet meer hoef te vloeken op mijn houtskoolvuurtje dat om één of andere reden weigert te werken als ik het wil aansteken. Volgens de laatste geruchten zal er morgen iemand komen, dat wordt nu al een maand verteld maar ik heb er elke dag goede hoop op . Ik weet alleszins dat ik er ne goeie op zal drinken, en mijn voortdurende aanwezige huisbaas zelfs zal tracteren om te vieren dat er electriciteit is terwijl ik hem zal inlichten dat zijn constante aanwezigheid niet meer nodig is. Het positieve van vechten voor alles maakt dat de blijdschap zeer intens en groot is als er iets kan worden bekomen/verwezenlijkt. Alles heeft zijn voor –en nadelen. Dat doet me er aan denken dat ik morgen bij social welfare moet binnenspringen om ze achter hun veren te zitten om iets voor Mattias en zijn gezin te doen. Tijdens de memorial was er een sociale werker aanwezig die zijn oog op Mattias had laten vallen. Hij zag dat deze duidelijk ondervoed was, hij vroeg mij of ik hem kende. De sociale werker had me op voorhand al gebeld om te zien of ik aanwezig zou zijn om eens een babbeltje te doen. Normaal probeer ik mijn vrouwelijkheid voor niks te gebruiken, heb ik er zelfs een afkeer van, maar aangezien Mieke en anderen al een hele tijd proberen om Mattias te helpen en ik me ook al heel veel zorgen heb gemaakt rond dit mannetje besloot ik dat het tijd was om even druk uit te oefenen en te blijven praten over hoe belangrijk ik het vond dat er iets gebeurde. En als ik iets goed kan dan is het wel praten. Het gevolg was dat de sociale werker er bijna niet meer onderuit kon om Mattias te helpen. Ik heb beloofd/gedreigd dat ik zal binnenspringen om de vorderingen op te volgen, tot er echt hulp is. In Malawi moet je blijven aandringen, dus de strijd is hier nog niet gedaan. Maar als er dan uiteindelijk hulp komt voor dit gezin is de vreugde onvoorstelbaar, en dat is veel waard.
Het jeugdcentrum wordt ondertussen verder opgebouwd. Dit coördineren maakt dat ik weer goed weet waarom ik de moeite doe om te vechten voor de vele zaken hier. De jeugd begint me te kennen, het lokaal is steeds goed gevuld en de vrijwilligers leren stap voor stap bij. Het zal nog heel wat tijd vragen om het verder uit te bouwen maar het begin is gemaakt. Niet om mezelf te bestoefen maar ik zie dat wat er gebeurt goed is. Er zijn nog vele mogelijkheden die het welzijn van de mensen hier kunnen bevorderen, en wij mogen er aan helpen, fantastisch toch. We zullen ons best doen om er aan bij te dragen.
Nog een aantal algemene weetjes voor de geïnteresseerden:
Ik
1.maak Malawi verder onveilig met mijn stalen ros, sexy alberto genaamd,
2.vloek nog geregeld op de bergen en ben tot de conclusie gekomen dat lang en minder stijl ronduit venijnig is, wat mijn oude vertrouwde berg in een positiever daglicht brengt: stijl en duidelijk, geen gezever!
3.probeer de rosse kat van het café na herhaalde mislukte pogingen nog steeds over te kopen via een mannetje dat ik eigenlijk niet kan uitstaan en van zijn leven geen fooi zal geven, de katnapper.
4.toon de plaatselijke bevolking een staaltje van Mzungu temperament als ik heel ver moet rijden in de volle zon en ze blijven zeggen dat ik er bijna ben,
5.ben ondertussen ook al zo ver dat ik luidop op mijn fiets zing en besluit dat er sowieso wordt gekeken dus dat kan er nog wel bij,
6.heb samen met Mieke een stamcafé voor onderweg ontdekt met een hele toffe vrouw achter de toog,
7.stop na kilometers rijden aan een verlaten winkeltje en drink mijn drankje dan op nadat het is geopend met de tanden van de plaatselijke winkelier, ge moogt hier niet te vies zijn van een ander zijn tanden, dat is duidelijk.
8.ben ondertussen in de buurt gekend als het meisje dat geregeld in je tuin kan opduiken omdat ze haar huis weer kwijt is, de buren weten dit en wijzen al lachend de richting aan nog voor ik ze zelf gezien heb,
9.word nog geregeld gecharmeerd door de openhartigheid van de jonge Afrikaanse man die onmiddellijk mee naar huis wil genomen worden omdat ze plots vermoeden dat ze intens van je houden, als je er met een lach mee om gaat kunnen ze het zelfs verdragen dat ze niet worden geadopteerd door de plotse liefde van hun leven, enkel dat ze een ogenblikje beteuterd zijn hoort er bij. Ze zijn op een bepaalde manier toch puur.
10.vind het fantastisch als ik de kindjes zie spelen en lachen op een manier die ik nog ken van de tijd dat wij met ons gezinnetje de boerderij en het dorp onveilig maakte, lang leve de kleine bandietjes! Ik zou bijna weer mee in de bomen klimmen en in de gracht gaan liggen, gewoon uit sympathie (en ik moet toegeven puur vermaak voor mezelf, het kan toch plezant zijn).
11. …

Jullie zien, ook hier gaat het leven door, prettige feestdagen en tot de volgende keer.