donderdag 15 september 2011

Grenzen overschrijden

De tijd gaat snel, ondertussen ben ik weer drie maanden in Malawi. Na drie maanden moet je het land uit of onmiddellijk voor een half jaartje verlengen. Aangezien ik niet meer zo lang zal blijven had ik het plannetje ontwikkeld om dan maar even naar Mozambique te gaan. Snel naar het grensje en terug: gemakkelijk toch! Ik zag het allemaal weer heel rooskleurig: dat was buiten de douane en mijn eigen chaotisch, principieel gedrag gerekend. Om half zes 's morgens zat ik in Blantyre in een busje richting grens, spijtig genoeg stond dit busje nog stil, maar allée, ik zat er dan toch al in! Om half zeven zat ik nog steeds in het busje met zicht op de busdepot van Blantyre. Om half acht besloot ik om toch even uit het busje te gaan en aan de chauffeur duidelijk te maken dat als ik nog een uur moest wachten zou vastkleven aan de zetel. Daar kreeg ik het antwoord dat we bijna zouden vertrekken, ze waren aan het wachten op extra passagiers. Vijf, zes, zeven of acht waren genoeg! Mijn geduld is er al heel sterk op vooruitgegaan maar twee uur in een stilstaand busje zitten was toch net iets te veel van het goede. Ik zei hen: "We zijn met vijf dus komaan, rijden met die handel, we pikken onderweg wel wat mensen op." Deze Janssens dacht het commando even over te nemen van de bestuurder. Dat was buiten de Malawees gerekend die op een heel overtuigende manier gewoonweg de waarheid verdraaide door te zeggen dat we binnen tien minuutjes zouden vertrekken en me sussend terug naar het minibusje stuurde. De tien minuutjes werden drie kwartier, tijdens de drie kwartier werden al de passagiers in het busje een beetje lastig maar de arme Malawees is niet het type mens om hun beklag te doen, ze zijn gewend om hun lot te ondergaan, maar aangezien ze zagen dat ik wel bereid was om geregeld signalen te geven begonnen ze me dan ook wat op te jutten. Ik wist wat ze deden, had niet veel nodig met mijn temperament en had er daarenboven plezier in, ach waarom ook niet? Als ze mij uit het busje zouden zetten dan zocht ik wel een ander, ik was nu toch al twee en een half uur aan het wachten,haha. Uiteindelijk was het dolle pret in het busje, we claxoneerden de toeter, de oudste passagier, die volgens mij ergens in de tachtig was, begon commando's uit te delen en op al de voorbijgangers te roepen dat ze moesten instappen. Als de bestuurder en zijn helper het klusje niet klaarden dan deden wij het wel. Uiteindelijk waren we dan toch vertrokken, waarschijnlijk bestempeld als lastigste passagiers ooit! Tijdens de rit werd er nog wat gelachen met de Mzungu dit in basis Chechewa de bestuurder en zijn helper van repliek diende, zelfs zij kregen er pret in. Drie uur later stond ik aan de grens. In al mijn eerlijkheid besloot ik niet te veel woorden en tijd vuil te maken en gewoon te zeggen dat ik kwam voor een stempel. Vrienden van mij hadden dit ook al gedaan en de douane was steeds heel behulpzaamheid geweest. Die dag was het spijtig genoeg blijkbaar een minder behulpzaam dagje. Ik kreeg te horen dat wat ik deed niet mocht. Natuurlijk wist ik dat, maar zij wisten toch ook dat heel veel mensen dat deden, ik was er niet uit om mezelf financieel beter maken, was een vrijwilliger in Malawi, zouden ze me dan beter toch niet wat helpen om ieders leven gemakkelijker te maken? Weer te opportunistisch! Met een paar korte woorden werd ik doorgestuurd naar de grenscontrole van Mozambique. Ok, dan maar voor een dagje op vakantie in Mozambique, er zat niks anders op. Toen ik daar aan de douane kwam wou niemand me helpen, ik had geen visum. In al de boekjes stond dat je het visum aan de grens kon krijgen, dus ik vroeg hen dan ook om dit te geven. De mannen waren van plan om me te negeren maar dat was buiten mij gerekend. Ik bleef binnen staan en vragen: wie gaat me helpen? Naar waar moet ik gaan voor het visum? Spreekt hier iemand Engels? Wat moet ik hier invullen om door te mogen? ... Uiteindelijk konden ze me niet meer negeren en begonnen ze te discussiëren wie me toch zou helpen? Niemand wou. Ik bleef gewoon staan, twee minuten later kwam er iemand van de Malawese grenscontrole binnen met een dame om de normale routine te doen. Ik had niet veel tijd nodig om uit te dokteren dat ze haar gewoon het land terug in hielpen en het gewend waren. Iedereen lachen, gemoedelijk sfeertje, ... tot dat Veerle Janssens vond dat het tijd was om even tussen beide te komen en te vragen wat dat allemaal te betekenen had. Was het dan toch mogelijk om gewoon terug te gaan? Het was even stil, hier hadden de mannetjes niet op gerekend, dat lastig meisje had al lang moeten opgeven en daar stond ze nog! Met een diepe zucht zei de Malawees, als je hier klaar bent dan kom je maar naar mij, we kunnen wel iets regelen. Dat was weer buiten het lastig meisje geregeld: het laatste wat ik wou doen is omkoopgeld betalen en meewerken aan het systeem, dan nog liever extra kosten en Mozambique in. Na nog een kwartiertje wachten kwam er een man naar mij en zei hij dat ik zeventig dollar moest betalen voor mijn visum. Ik vroeg hen om een prijslijst. Aan hun gezicht was duidelijk te zien dat ze niet konden geloven dat ik nog steeds zaken durfde te vragen. Uiteindelijk werd ik, weer zuchtend, door een man mee naar buiten genomen die aan al de mensen die daar stonden vertelde dat hij me de prijslijst moest laten zien. Ze vonden dit allemaal heel grappig, ik dacht nog even om een buiging te maken maar besefte dat ik dan echt te ver zou gaan, hihi! Eenmaal terug binnen moest ik in een klein kamertje komen waar iemand foto's van me begon te maken en mijn vingerafdruk nam. De man sprak enkel Portugees en ik begon toch een beetje bang te worden: werd ik op de lijst van de criminelen gezet, zou het gevangenisje naar me wenken? Begot, die eerlijkheid toch! Ik vroeg in Chechewa, Frans, Engels, Spaans of ik dan nu officieel een crimineel was in hun ogen? Na een uur werd het ijs dan toch onverwacht gebroken: de man keek me aan, begon heel hard te lachen en zei: "no, no criminal" Ik was opgelucht aangezien ik het gevangenisleven niet echt zag zitten en het even door mijn hoofd flitste dat ik toch wel heel zot moest zijn om zo ver te gaan om in Malawi te kunnen blijven. Vijf minuten later stond ik buiten met mijn visum in de hand. Uit principe ( en ja, als het over principes gaat kan ik er niet gemakkelijk van afwijken en maak ik het mezelf liever moeilijk) kon ik niet terug naar de Malawese grenscontrole dus ik besloot om naar Tete te gaan en daar een hotelkamer te nemen. Ik had met mijn zus afgesproken dat we ons af en toe zouden verwennen dus waarom ook niet? Ik zou het sappige verhaal van mijn fantastische hotelkamer en mezelf dan doorsturen naar haar zodat ze wist dat ik me aan de afspraak hield. Ik verheugde me al op een gratis champootje en zeepje. Na weer een drietal uur in het busje stond ik verweesd in Tete. Geen toeristen te zien om met een informatief boekje te lenen, er werd enkel Portugees gepraat en op het eerste zicht niet te veel keuze van hotels. Dan maar aan iedereen vragen of er een backpackers of een goedkoop hotel was. Niet veel later zat ik in het politiebureau. Onderweg was ik iemand tegengekomen die me wou helpen, hij werkte bij de politie maar moest nog snel iets gaan afgeven. Gemakkelijk als ik kan zijn ging ik dan maar mee. Eenmaal in het politiebureau vroeg ik aan iedereen of ze een goede plaats wisten om te verblijven, of ik de grens op een ander punt kon oversteken, ... Aangezien het weer enkel Portugees was zat ik na vijftien minuten nog steeds tegen de muren te praten, net zoals hen. Het mannetje was nog steeds niet terug en ik besloot dan maar om op eigen houtje op zoek te gaan ipv mijn tijd bij de politie te verdoen, voor je het wist stopten zij mij misschien in een celletje. Ik zei hen dat ik zou gaan, een tiental minuutjes later had ik uitgedokterd dat al de accomodatie in Tete heel duur was. Ik wou me wel verwennen maar dat was te veel van het goede. Ik zag een minibusje passeren, liep er achteraan en niet veel later zat ik weer in een busje op weg naar de grens. Allee, ik was dan toch in Mozambique geweest, had geld gewisseld en was in contact geweest met de mensen! Ik moet toch eens leren om iets meer op voorhand te plannen, als er iets gebeurde wist niemand waar ik was want ik had gezegd dat ik de grens van de Mulanje zou oversteken maar op het laatste ogenblik dan maar beslist om naar Mwanza te gaan want dat busje stond dichterbij, hihi. Terwijl ik mezelf een preek gaf werd ik onderbroken door de man naast mij, hij vroeg me wat ik in Malawi zou doen. We geraakten in een geanimeerd gesprek. Hij was een Malawees maar woonde in Zimbabwe. Hij was met zijn vrouw op weg naar de familie in Malawi. Ze zouden me aan de grens wel helpen indien nodig. Aan de grenscontrole van Mozambique vroeg de douaneambtenaar of ik zijn vriendin was? Een Mzungu te pakken gekregen? Hoe doe je dat? De man besloot het spelletje mee te spelen, zijn vrouw wachtte buiten en ik kreeg mijn stempel terwijl de heren opgingen in hun machospel. Wat een opluchting. Dan verder naar de Malawese controle. Ik besloot om het nu zelf in de hand te nemen aangezien ik ook een tegenstander ben van verregaand machogedrag als het over mij gaat :) en ging dan maar voor een extra dosis vriendelijkheid tov de douaneambtenaar. Normaal doe niet mee aan trucjes maar na een hele dag onderweg te zijn met nog een heel stuk voor de boeg en de hindernissen die ik tot nu toe had ondervonden besloot ik dat het tijd was voor een portie vriendelijkheid van ene Veerle Janssens, altijd een aanrader,hihi! De man controleerde niet eens mijn vorige stempels, keek snel naar het visum, bleef tegen mij praten en gaf me de stempel om Malawi binnen te komen. Haha, ik had het nog! Mijn ego was ook weer hersteld en supervrolijk stapten we in het volgende minibusje dat ons terug naar Blantyre zou brengen. Ik was zo goedgezind, dit werkte aanstekelijk, de bestuurden van het busje kocht zelfs een maïs voor mij. Op een gegeven moment vroeg iemand geld aan mij en een Duits meisje. Even er voor was er een dronken man in het busje gestapt, we dachten beiden dat hij dit vroeg aangezien het al donker was en we niet goed konden zien wie de vraag stelde. Ik antwoord dan nog eens heel vriendelijk dat geld vragen aan vreemden niet echt goed is. De man neemt mijn hand en plots zien we beiden dat het de helper van de bestuurder is. We moesten er enorm hard om lachen, de azungu's zullen tegen de helper eens zeggen dat het niet goed is om geld te vragen ook al rijden ze mee in het busje :) De jongen kon de grap er gelukkig ook van zien. Gezellig sfeertje in het busje, op het einde werden we, ik en mijn twee nieuwe minibusvrienden, tot op de parking van de backpackers gebracht, soms kunnen zaken een wending nemen die je niet verwacht!

Wat me op het volgende brengt: ik zal begin november Malawi verlaten. De voorbije anderhalf maand zijn de werkers van het jeugdcentrum enorm gegroeid. Mijn dominant, boos gedrag heeft uiteindelijk toch een positief effect gehad. Ik zou niet boos geweest zijn als het jeugdcentrum me niet zo nauw aan het hart lag. Nadien heb ik een stapje naar achter gezet en de werkers hebben gevoeld dat ze het zelf moeten doen. Ze doen dan ook hun best en ik ben heel trots op hen. Ik heb het laatste jaar veel energie, middelen en tijd in het project gestoken. Dit deed ik vanuit mijn hart, dus ik stond er ook honderd procent achter maar het is niet altijd even gemakkelijk geweest. Door deze keuze te maken zijn er andere zaken die niet meer konden. Ik heb zeker geen spijt en als ik naar het jeugdhuis kijk ben ik blij dat ik het gedaan heb maar alles moet in balans blijven. De laatste maanden begon de balans wat uit evenwicht te raken. Ik zie nu dat wat ik kwam doen er staat en dat het tijd voor mij is om verder te gaan, het is nu aan anderen. Er kan nog heel wat gebeuren maar de basis is er. Als ik zie wat er staat en met de kinderen, jeugd praat, speel voel ik me trots en bloeit mijn hart op. Toch is het tijd voor mij voor een nieuwe uitdaging. Het zal goed zijn voor het jeugdhuis als er nieuwe enthousiaste mensen in komen die er een bepaalde periode graag vrijwillig willen werken en dit ook zo hebben voorzien. Ik ben zeker dat er genoeg mensen zijn die dit graag doen. Ik zal de Malawezen missen maar aan alles komt een einde. Ik ben klaar om verder te gaan. Deze laatste weken zal ik mijn best doen om het jeugdhuis verder te verstevigen en ben ik actief bezig met de activiteiten voor de straatkinderen te starten, waarvoor dank aan de gemeente Olen om ze financieel wat te steunen. Ik zal me er voor honderd procent achter zetten zodat het geld zo goed mogelijk terecht komt.
Een Malawese toetergroet vanuit mijn favoriet minibusje,
Veerle

maandag 1 augustus 2011

oog voor detail, niet altijd gemakkelijk, amai!

Hallo allemaal, Ik kan bij deze melden dat ik net ben verhuisd van de ene kamer naar de andere en kan besluiten dat het beste is dat jullie me terug prinses Veerle noemen want ik woon in een prinsessekamer, holée. Ik heb er een tijdje op moeten wachten maar na de nodige onderhandelingen kwamen we tot de overeenkomst dat ik vanaf augustus kon verhuizen en de huisbaas voor gordijnen zou zorgen. Deze gordijnen komen er natuurlijk niet zomaar. Hier is moed, doorzettingsvermogen en tactiek voor nodig. Net drie kwaliteiten die ik heb, hihi. De voorbije maand is dan ook gepaard gegaan met de nodige discussies over zaken die er niet waren die er zouden moeten zijn, twijfels van mijn kant, twijfels van de huisbaas zijn kant maar voila nadat we op twee dagen tijd vijf keer onze afspraak hadden verzet en ik honderd telefoontjes naar de huisbaas had gepleegd had ik hem al zover gekregen dat er zou gepoets worden voor ik verhuisde en kwam hij tegen het vallen van de avond met een vreemde man binnengevallen. De vreemde man had een tas in zijn hand met iets goudkleurig, jaja: mijn gordijnen. Mijn huisbaas had de man mee gebracht aangezien hij wou dat ik voor de gordijnen zou betalen en het dan van de huur zou gaan. Ik had hem duidelijk gezegd dat ik geen geld wou overhandigen zonder getuige. Ergens grappig, mijn huisbaas had niet beter gevonden dan de man van de gordijnen mee te slepen. Ik zette mijn huisbaas een beetje onder druk, waarop de huisbaas hetzelfde deed met de man van de gordijnen, nu moet de man nog iemand gaan zoeken zodat het allemaal eerlijk blijft. Ik heb hier nog twee ratten zitten die hij misschien kan verplichten om het pand te verlaten, dan maakt hij mij ook onmiddellijk blij want naar mijn weten betalen deze knaagdieren geen huur en heb ik ze niet uitgenodigd. Het klinkt misschien allemaal een beetje raar als je nagaat hoe de onderhandelingen hier lopen maar in Malawi moet je met alles rekening houden, zeker als het over geld of afspraken gaat. Op zo een moment kan je best je mannetje staan of na een half jaar zit je nog te wachten om te verhuizen en is je huur vijftig keer opgeslagen. Alleszins, de twee mannen kwamen met hun goudkleurige gordijnen binnen, tijdens het ophangen van de gordijnen zag ik hoe nauwgezet de mannen te werk gingen. De huisbaas had ze persoonlijk uitgekozen en was er heel tevreden mee. De manier waarop de mannen het materiaal bewonderden was hartverwarmend. Hier kunnen mannen nog uitkomen voor het feit dat ze "volgens onze maatschappij" vrouwelijke zaken mooi vinden en er van genieten. Veel luxe is er niet maar als er dan een speciaal stofje komt te hangen staan wij (ja ook ik) er met drie tevreden naar te kijken en zijn we dolenthousiast over het eindresultaat. Als we al eens iets duurder hebben willen we het ook goed en is er zeker oog voor detail. De huisbaas, een echte dominante rijkere man, voegde er nadien nog aan toe dat hij thuis roze gordijnen heeft omdat hij hier zo van houdt, mooi toch. Dit is dan ook één van de redenen waarom ik van de Malawees hou! Door een tijdje hier te wonen en op budget te leven begrijp ik hun houding meer en meer. Wanneer ik iets zie glanzen heb ik het ook graag. Toch is het niet altijd even gemakkelijk om op een goede manier met alles om te gaan. Ik kom uit een andere cultuur en zal steeds een 'rijkere' blanke blijven die opgegroeid is met 'zeker voor hier' feministische waarden en normen. Ik moet toegeven dat ik zelfs voor een Europese nogal hard kan gaan als het hier op aan komt. Net voor ik vertrok naar België hadden we twee mannen aangenomen in het jeugdcentrum, bij mijn terugkeer merkte ik een zekere disbalans. Diegene die aangesteld is als coördinator is een vrouw, eentje met pit maar binnen de Malawese cultuur moet je al heel sterk in je schoenen staan als je de leiding wil nemen als vrouw. Wanneer je te zacht bent lopen ze over jou en als je te hard bent zijn ze ook niet tevreden. Het is voortdurend balanceren. Ook voor mij. Ik merkte dat haar gezag niet echt aanvaard werd en de mannen, voornamelijk de twee nieuwe, de taken overlieten aan de vrouwen. Hun betrokkenheid naar de jongeren was minder, het leek of ze voornamelijk bezig waren met hun eigen pleziertjes. Dit maakte me zo boos dat ik even vergat dat ik in hun cultuur zat en mijn feministische visie heb doorgedrukt, ook omdat ik wou dat het jeugdcentrum goed draait. Even het oog voor detail kwijt. Nadien was dit een wijze les voor mij, ik had het op een andere manier moeten aanpakken. Als ik boos ben of er te veel chaos is kan ik beter een stap achteruit zetten en de situatie overzien. Hun wat laten doen, ze kunnen er enkel van leren. Ik liep zo onstuimig en temperamentvol rond dat de enige die achteraf kon leren uit de ervaringsgerichte situatie dit prinsesje was. Ondertussen is de rust in het jeugdhuis teruggekeerd en hebben we tijd om de zaken te bekijken. Ergens is het goed dat het even allemaal iets minder vlot liep want door deze situatie moeten we er over spreken en samen een oplossing zoeken, het zal vooruitgang brengen. Zaterdag is er een spreker gekomen die de jeugd informeerde over drank en drugs, onder meer aan de hand van een klein kwisje, terwijl ik naar de jeugd keek en ze naar me zag terug kijken en rare snoeten trekken voelde ik mijn hartje opspringen. Deze mannekes zitten in mijn hart, ik vind ze geweldig. Als ik alles bij elkaar optel dan moet ik besluiten dat ik het tenslotte toch voor hen doe en ze zijn zeker de moeite waard! Dit maakt dat de onaangenaamheden die het leven in Malawi soms met zich meebrengt snel is vergeten.
Vanaf deze week ga ik geregeld helpen in een opvanghuis voor straatkinderen en stond het in mijn planning om de workshops in mental hospital te starten maar door administratieve formaliteiten ben ik aan het wachten tot ik goedkeuring krijg. We zullen zien hoe dit verder loopt, ik weet alleszins wat doen. Lang leve de sociaal werkers, hihi!
byebye appelvlaai,
Uwe koninklijke hoogheid Veerle :)

maandag 4 juli 2011

En het stroompje kabbelt door in Malawi

Hopla! Ik ben weer in Malawi, het warm hart van Afrika, wetende wat ik kom doen met heel wat meer ervaring op zak dan de vorige keer. Deze kennis zorgt er voor dat ik terug meer kan genieten van het mooie dat Malawi heeft te bieden. De vorige periode is op zijn minst gezegd zwaarder geweest dan ik op voorhand had ingeschat. Zo zonder kennis van zaken als jonge vrouw een plaatsje zoeken in een mannencultuur zonder te weten wat de toekomst zal brengen, niet zo simpel. Ik had in België toch enige verwerkingstijd nodig, waarbij dank aan mijn lieve familie en vrienden die zich vrijwillig (of onvrijwillig) hebben opgeofferd om op dit geregeld verschijnend verwerkingsgedrag toe te zien. Vooral mijn jonger zusje die zo goed was om haar appartement, bed, eten, kleren en geweldig chique voiture aan mij ter beschikking te stellen, terwijl ik haar fantastisch dochtertje allemaal slechte manieren leerde, bedankt! Onze foto hangt omhoog en er kan geen één Afrikaanse man passeren zonder te vragen wie die knappe griet op de foto is. Bescheiden als ik kan zijn zeg ik dan met een lach dat ik dat ben. Spijtig genoeg wordt mijn ego dan onmiddellijk naar beneden gehaald en krijg ik te horen: nee, nee, die andere! Ik heb heel veel geleerd van de vorige periode en heb het gevoel dat ik er enkele sterker door ben geworden (en misschien een tikkeltje zotter).
Ondertussen ben ik verhuisd, dit ging heel wat vlotter als de vorige keer nu ik wist waar ik aan moest denken, op moet letten. Van het drukke, volkse chikanda naar de natuur tussen de bergen. Ik ben heel blij met deze verhuis. Op het ogenblik typ ik deze tekst gezeten tussen de bloemetjes met zicht op een prachtige berg en besef ik hoeveel geluk ik heb gehad om deze plaats te vinden en dan nog is keiharde onderhandelingen te doen.
Sinds ik in Zaventem ben vertrokken lijkt het of alles me voor de wind gaat. Van het begin af aan was iedereen super behulpzaam, ik had zelfs vier zetels om naar Johannesburg te vliegen. Het ging zo vlot dat ik argwanend werd omwille van het gemak. Maar omdat het begin zo goed verliep ging ik er vanuit "goed begonnen is half gewonnen" en ik kan zeggen dat dit tot nu toe klopt. Het jeugdcentrum begint terug op volle toeren te draaien: we gaan competities invoeren om een extra energieboost aan het jeugdcentrum te geven en de jongeren extra gemotiveerd zijn om te komen. Tijdens de laatste vergadering heb ik de vrijwilligers in hun taal laten vergaderen en verplicht om op voorhand voorstellen mee te brengen, uitgeschreven weliswaar, anders komt er niet veel van in huis. Ze hadden dit allemaal gedaan en na een stotterende start waren ze op volle dreef. Leuk om te zien. Er is nog veel werk maar er is vooruitgang. We hebben beslist om in juli een quiz te doen, de studenten die komen kunnen dan meedoen. Verder zullen we honkballen en voetballen tegen de azungu's. Dat wordt dolle pret. In december hoop ik dat we genoeg nieuwe ideetjes hebben ingevoerd zodat ze op een kwaliteitsvolle manier verder kunnen zonder mij. Aangezien ik naast het jeugdcentrum nog wel wat tijd over heb begin ik vanaf augustus ook in het mental hospital te werken. Natuurlijk is dit is niet te vergelijken met onze psychiatrische instellingen. Wat ik tot nu toe heb gezien is eigenlijk redelijk schrijnend. De patiënten hangen wat rond, al dan niet gedrogeerd en moeten volgens mijn eerste zicht maar wat hun plan trekken zolang ze maar niet proberen te ontsnappen. Het personeel dat ik toen heb gezien leek meer aanwezig om de patiënten tegen te houden dan om op een kwaliteitsvolle manier met hen bezig te zijn. Ik heb dus aan de directeur voorgesteld dat ik workshops zal gaan geven, hij ging hier onmiddellijk mee akkoord dus ik vraag me af waar 'de catch' is, we zullen zien of het allemaal lukt. Ik weet ondertussen wat te doen en geniet van mijn nieuwe plekje in Malawi. Wanneer ik 's morgens naar het project rijdt passeer ik de gevangenen die op honderd meter van mijn huis onder bewaking staan te werken en steeds vrolijk staan te wuiven, wie ben ik om niet terug te zwaaien denk ik dan? Nog ietsje verder is mental hospital waar velen proberen te ontsnappen, ik vraag me dan af of ik de ontsnapten een plaatsje moet geven of niet; al is het maar omwille van hun moed en doorzettingsvermogen. Daarstraks ben ik op persoonlijke ontdekkingstocht geweest om te buurt te verkennen en heb ik het genot mogen ervaren om al even in de modder te vallen aangezien bij ontdekkingstochten het oversteken van de rivier er bij hoort volgens mij. Het resultaat was dat ik vol modder hing en de mannen die er aan het werken waren zich goed hebben geamuseerd met het meisje dat niet wou luisteren naar hun waarschuwingen. Wat zeggen ze nu weer: met het ouder worden leert men wel? Ik vraag me af wie dat heeft bedacht? Ik weet wel andere slogans die van toepassing zijn! Zoals jullie kunnen lezen is mijn nieuwe plaatsje weer het begin van een extra stukje van de wereld. Ik ga hier geen nee tegen zeggen, morgen probeer ik de rivier terug!
Tot de volgende keer dan maar weer, als ik niet vaststeek in de modder,haha!
Veerle

maandag 13 juni 2011

Toch terug naar Malawi!

Normaal zou het voor mij op het ogenblik stoppen in Malawi maar dankzij de hulp van twee heel behulpzame engeltjes zal ik dan toch nog een tijd terug gaan om samen met de Malawezen de basis van het jeugdhuis te versterken. Aan mijn twee goed feetjes: dankuwel!

dinsdag 29 maart 2011

afronden

De beslissing is gevallen, ik kom begin mei terug naar België. Aangezien er geen voldoende financiële middelen ter beschikking zijn voor mij om het jeugdcentrum verder te zetten heb ik de knoop doorgehakt en besloten dat het tijd is om naar huis te gaan en nieuwe plannen te maken. Het afrondingsproces is begonnen. Ik ben nog met een aantal zaken bezig maar ga er voorlopig van uit dat het in mei zal stoppen. In het jeugdcentrum probeer ik zoveel mogelijk verantwoordelijkheid door te geven en diegenen die het moeten gaan doen zoveel mogelijk bij te staan bij het aanleren van de noodzakelijkheden. Het jeugdcentrum staat er, de jeugd kent het en de vrijwilligers die er werken doen hun best. In de eerste plaats was ik heel ontgoocheld dat ik vroeger zou moeten gaan dan ik voor ogen had aangezien er nog heel veel pedagogische waarden en nieuwe zaken kunnen aangeleerd worden. Toen ik eenmaal de klik had gemaakt kon ik zien dat er toch al iets moois staat en het wel goed zal komen. Het leven gaat door, de rivier kabbelt verder en iedereen zit op zijn eigen stroom, benieuwd waar de mijne naar toe gaat. Het is alleszins weer een hele ervaring geweest.
Op het einde van de maand is er steeds een vergadering waarbij we de gang van zaken rond het jeugdhuis bespreken. In het begin kwamen alle punten van mij, nu merk ik dat de vrijwilligers zelf heel nuttige onderwerpen aanbrengen. Een week op voorhand vermeld ik dat ze punten moeten opschrijven en maken we er tijd voor, ik merk een hele vooruitgang, een vooruitgang die mij enorm gelukkig maakt. Twee van de vrijwilligers zijn echt heel bekwame mensen, ze gaan er voor en willen er iets goed van maken. Geld speelt natuurlijk altijd een rol maar ik heb gemerkt dat ze buiten het feit dat er een vergoeding is zeker hun best doen om te zorgen voor kwaliteit. De andere twee zijn iets jonger, minder gedreven maar ik zie zeker mogelijkheden. Zo hebben we Simon, ondertussen denk ik al aan hem als “mijn vlegel”. Hij slaagt er steeds in om iets te doen dat ik toch even moet ingrijpen: zo komt hij halfaangekleed binnengestormd tijdens de vergadering, als ik hem dan aankijk en vraag waarom hij te laat is, vraagt hij aan mij op verbijsterde toon en geschrokken ogen hoe laat het is, misschien zelfs verwachtend dat ik hem even zal bijstaan en liegen over het eigenlijke uur. Wanneer ik net tegen de jongeren ben gaan zeggen dat ze het juiste materiaal moeten gebruiken om te badmintonnen zie ik Simon tien minuten later vrolijk badmintonnen met een grote bal. Als ik de leesruimte binnenkom moet ik hem soms zeggen dat hij niet op de tafel moet gaan liggen, … Ik merk aan hem dat hij dit zeker niet doelbewust doet maar dat hij gewoon heel ontspannen kan zijn en zich gemakkelijk verliest in zijn verlangens. Zo had ik hem gisteren nog maar eens op het matje moeten roepen omdat hij niet was komen opdagen voor de opkuis. Aangezien we momenteel met een zieke zitten had ik hem gezegd dat hij dan woensdagmorgen langs haar moest gaan om te checken of ze al kon komen werken. Indien niet zou hij moeten komen. Toen ik hem vijf minuten later vroeg wat hij woensdag zou doen, zij hij doodleuk: niets speciaals. Ik stelde de vraag nog eens en maande hem aan om toch even goed na te denken. Ik zag hem zijn hoofd breken terwijl hij de tijd nam om alle mogelijke antwoorden te overwegen. Ik kon me niet meer houden en riep: “maar Simon toch!”, de andere vrijwilligers lagen bijna op de grond van het lachen. Ik gaf Simon een geheugensteuntje en vermeldde het jeugdcentrum. Toen herinnerde hij zich plots weer dat hij vrijwilliger was en zei hij doodleuk dat hij woensdag zou komen werken. Ik legde hem nog maar eens uit dat hij eerst langs Margaret moest. Ah ja, dat was waar. Aangezien ik merkte dat hij vijf minuten later weer met zijn hoofd in de wolken zat en zeker wou zijn dat er geen problemen zouden zijn vroeg ik hem nog eens wat hij woensdag zou doen. De dromer van dienst antwoord doodleuk dat hij misschien wel eens gaat voetballen. Nadat ik had geroepen dat het toch niet meer normaal was en dat hij naar het jeugdcentrum moest komen als Margaret nog ziek was kon ik me niet meer houden van het lachen. Hij keek me verstrooid en met een onschuldig kopje aan waarbij hij heel rustig zij dat hij dit wist maar dat hij er over dacht om te gaan voetballen als hij niet moest komen. Ik zou boos kunnen worden maar om eerlijk te zijn vind ik de manier hoe hij met de dingen omgaat wel charmant en kan ik wel begrijpen dat hij liever plannen ter ontspanning maakt. Waarom ook niet, Simon ambieert ook geen te verantwoordelijke positie en zal waarschijnlijk nog een hele tijd iemand nodig hebben die hem op zijn verantwoordelijkheden wijst. Hij weet dat ik hem in t oog houd en ik weet dat ik een extra oogje in het zeil moet houden als het over hem gaat. We hebben ons hier beiden bij neergelegd en weten wat we van elkaar kunnen verwachten. Gisteren had hij toch al een net hemd aan en was hij op tijd. De vlegel doet zijn best en als hij één keer vertrokken is onder mijn waakzaam oog heeft hij zeker heel wat kwaliteiten, zo is hij heel goed in de sportactiviteiten en nadenken over hoe hij op een gemakkelijke manier extra geld kan bemachtigen. De manier waarop hij dit doet vertederd me zelfs wat. We zullen woensdag zien of ik hem moet gaan opsporen en zijn voetbal gaan kapot steken om mijn punt duidelijk te maken, dan zal de vertedering wel weg zijn, haha.
Laston, een andere vrijwilliger, is het tegenovergestelde van Simon. Hij loopt voortdurend zenuwachtig rond, probeert bij me in een goed blaadje te komen op allerlei manieren, herhaalt me voortdurend en indien mogelijk zou hij ook nog graag een paar commando’s uit delen over half Afrika. Ik moet toegeven dat ik in het begin een beetje zenuwachtig werd van zijn achtervolgingsgedrag en bevestiging zoeken. Ik probeerde dan ook geregeld te ontsnappen aan zijn voortdurende aanwezigheid. Na een tijdje kreeg ik echter meer en meer plezier in hem en vonden we een manier om goed met elkaar om te gaan. Het is misschien niet mooi, maar ik had er veel pret in om hem al eens op zijn paard te zetten. Laston had niet veel nodig om als een wilde rond te galopperen en ik moet bekennen dat ik er al eens spek in had. We wisten beiden hoe het zat. Ik heb ondervonden dat er in Malawi niet veel woorden nodig zijn om elkaar te begrijpen en te weten hoe de relatie zit, geen gezever, we voelen het wel. Het duurde niet lang of ik was op voorhand al blij als ik Laston weer eens zou zien. Onze band groeide, Laston werd rustiger, wist dat hij niet te zenuwachtig moest zijn, te veel moeite moest doen om in een goed blaadje te komen en zijn kwaliteiten kwamen meer en meer naar boven. Ik heb nog maar eens ervaren dat relaties tussen mensen vaak tot iets moois kunnen groeien als je een goede manier vind om met elkaar om te gaan en open staat om om te gaan met gedragingen die je in eerste instantie minder liggen, vaak schuilt er iets achter dit gedrag of het feit dat je het er moeilijk mee hebt. Je kan er enkel van groeien. Sinds enkele weken heeft Laston een vriendin. Nog voor het officieel was is hij mij komen informeren over de gang van zaken en hoe hij het verder zou aanpakken. Laston is een doelgericht mannetje en laat me bij deze vermelden dat hij heeft zijn doel heeft bereikt, het meisje woont nu bij hem. Hij loopt rond als een trotse pauw, heeft al gesproken over een afspraak met mij om haar te ontmoeten en wij (de andere vrijwilligers en ik) maken goedbedoelde grapjes rond het hele gegeven. Laston kan er mee lachen, zijn paard staat voorlopig in de stal en maar goed ook, het kan wel wat rust gebruiken ;)
Harriet is de voorzitster. Ze is een zachte, warme vrouw waar toch genoeg pit in zit. Ik moet toegeven dat ik een boon voor haar heb. Ze doet haar werk goed, laat zich niet schuren en is toch bescheiden. Daarenboven heeft ze nog een grote dosis humor waardoor ze niet veel nodig heeft om onderlinge pretjes uit te wisselen. Ik vertrouw er op dat zij het jeugdcentrum mee in goede banen zal leiden, het is een plezier om haar te mogen kennen.
Tenslotte hebben we Margaret, zij is er als laatste bijgekomen en de jongste. Zij lijkt iemand stil en verlegen maar als ze denkt dat ik haar niet zie dan druipt de pit er af. Ik heb een vermoeden en hoop dat zij zich nog in een hele positieve zin zal ontwikkelen. We zullen zien. Al bij al denk ik dat het jeugdcentrum wel zal werken met deze vier mensen, als er af en toe eens een vrijwilliger in komt om nieuwe spelletjes aan te leren en het niveau op te krikken heb ik er alle vertrouwen in. Ik heb er van genoten om met deze vier mensen samen te mogen werken, de warme sfeer die er tussen ons is gegroeid, is iets waar ik meer dan eens door ontroerd ben. Ik wens hen dan ook alles succes en zal proberen om hen de laatste maand nog goed mogelijk bij te staan.
Ondertussen heb ik een extra watchman aangenomen. De laatste periode is er al tweemaal iets gestolen buiten. Nu enkele mensen weten dat ik bijna zal vertrekken moet ik toch iets voorzichtiger zijn. Ik mag niet vergeten dat ik vertoef in een land met een bevolking waar de meerderheid enorm arm is. Ik vind het verbazingwekkend dat er niet meer wordt ingebroken, gestolen als ik hun schrijnende armoede zie. De kippetjes lopen nog vrolijk rond, de mais blijft goed staan. Ik weet niet of ik zoveel zelfbeheersing zou hebben als ik in hun schoenen stond, ik vermoed dat er wel eens een kippetje zou sneuvelen als ik met een maag vol honger loop. Nu ik bijna vertrek heb ik meer kans om toch nog iemand binnen te krijgen, het gebeurt wel meer als buitenlanders van plan zijn om huiswaarts te keren nog een onverwacht bezoek krijgen. Ik heb geen nood aan dit sociaal gebeuren en weet dat ik mijn watchman best een vriend geef om dit te vermijden. De eer van vriend van dienst gaat naar mijn buurman. Ik heb hem enkele maanden mogen observeren en merkte dat hij nogal stoutmoedig te werk kan gaan. Als er een dief in de buurt is werken de mensen hier nogal vaak op eigen initiatief, mijn buurman is de eerste om mee achter de dief te jagen en hem aan de wetten te herinneren. Ik moet eerlijk toegeven dat ik de manier waarop niet toejuich maar als het over mijn veiligheid gaat kan ik me op het ogenblik niemand beter beschikbaar voorstellen.
Mijn buurman was nog maar net binnen of hij had al een heel veiligheidsplan. Na twee minuten was hij mij aan het commanderen dat ik mijn ramen moest dicht doen, na tien minuten riep hij van buiten naar binnen dat de elektriciteit terug werkte en ik gerust mijn lichten kon aan doen. Terwijl ik in bed lag hoorde ik de mannen geanimeerd met elkaar in gesprek gaan. Ik kon enkel glimlachen bij hun Malawese manier van doen, we kunnen nog iets leren van het gemak waarop de mensen hier met elkaar in gesprek gaan. Ik voelde me terug een pak veiliger en zou goed kunnen slapen. Dat was buiten de groeiende vriendschap van de twee mannen gerekend. Rond twee uur werd ik wakker, er was blijkbaar een nieuw gespreksonderwerp gevonden dat met het nodige enthousiasme moest besproken worden. Één ding was zeker: mijn watchmannen sliepen niet, toch ook al positief. Het minder positieve was dat ik ook niet meer sliep. Een kwartier later sprong ik uit mijn bed, iemand moest ze gaan sussen voor heel de buurt wakker was. Ik vroeg hen om iets stiller te zijn. Ze keken me met schuldige oogjes aan en beloofden om dit te doen. Niet veel later viel ik terug in slaap. Om half zes schrok ik wakker van het geluid van een radio, de mannen hadden een radiootje en wilden schijnbaar het volume testen. Ik besloot om het te negeren aangezien ik een licht vermoeden had dat ze me probeerden wakker te krijgen om nog met me te spreken. Maar onderschat nooit een Malawees, we hebben het hier over mannen met veel geduld, tijdens het wachten zetten ze het radiootje keer op keer aan. Met een zucht besloot ik om dan toch maar uit mijn bed te komen om te gaan zeggen dat ze naar huis mochten gaan. Terwijl ik nog maar bezig ben met het openen van mijn deur stonden ze al met twee klaar met een glimlach op hun gezicht. Ze moesten me nog vertellen dat ze de hele nacht niet geslapen hadden om mij te bewaken, iets dat ik eigenlijk al wist gezien hun lawaai. Ik moest mijn lach inhouden terwijl ik ze naar huis stuurde met de boodschap dat de bewaking in het vervolg wat stiller mag. Ik vermoed dat ze met hun luidruchtigheid al de dieven hebben afgeschrikt, de mannen hebben hun job gedaan, ik mag niet klagen zou ik zo denken. Mijn slapend bang wakertje is veranderd in een sociaal actief nachtdier, wat een extra man al niet kan doen ;).
Tejonana;
Veerle

woensdag 9 maart 2011

The sausage, snoop doggie doggie dooooooggg en Anna alias Rianna

De voorbije drie weken zijn twee vriendinnen op bezoek geweest, terug een stukje België in Malawi. De eerste dagen merkte ik goed dat ik de voorbije maanden in een hele andere wereld had geleefd; maar wat vertrouwd is komt snel terug, het duurde niet lang of we zaten met zijn drietjes terug op dezelfde krankzinnige lijn. Hun bezoek is dan ook niet ongemerkt voorbij gegaan. Telkens als ik mijn vriendinnen voorstelde bleek dat de Malawees de naam Winnie toch niet helemaal kon uitspreken, het werd meer een Weeeeny. Ik vond het niet meer dan normaal dan de door mij geliefde Malawees te helpen en er onmiddellijk: “The sausage” van te maken. Gemakkelijk voor de Malawees, pret voor mij. In het internetcafé waar ik altijd kom werd the sausage uitgebreid voorgesteld aan een krankzinnige werkneemster die om één of andere reden een speciale boon voor me heeft en me steeds enthousiast knuffelt en eten aanbiedt. Ik vond het dan ook niet meer als normaal om mijn vrienden goed voor te stellen. Ze zou vanaf dat moment: ‘hey sausage’ roepen als ze de Weeeeeny zag passeren. Ik had al dolle pret van te voren want de Malawees kennende zou dit echt gebeuren en dan liefst nog in een volle buurt. Niet veel later had ik al geluk. Ik zat alleen in het internetcafé, aangezien Birge en Winnie nog aan het Malawimeer waren, toen er een meisje binnen kwam. De werkneemster riep zeer luid: “hellow Sausage, welcome Sausage! Het meisje; waarvan ik wist dat het niet “The alomgekende sausage alias de Weeeeeny was”; leek een beetje in de war. Ik lag bijna op de grond van het lachen. De werkneemster gaf niet op en bleef Sausage roepen, ze wou weten hoe het met de Sausage was. Ik twijfelde even of ik zou ingrijpen maar besloot dat ik genoeg pret had gehad en de werkneemster te helpen. Ik riep dan ook door heel het café: That is not the sausage! Nadat iedereen al vreemd naar de werkneemster had zitten gluren was het mijn beurt om aangestaard te worden. De werkneemster zat volledig met haar gedachten bij “het worstje” en riep dat the sausage moest gaan zitten. Ze had mijn boodschap duidelijk niet kunnen opnemen in haar enthousiasme. De tranen liepen over mijn wangen van het lachen toen ik nog maar eens riep: that is not the sausage! Gelukkig had ze me nu wel gehoord, ze zweeg onmiddellijk en verdween niet veel later. Het meisje dat per ongeluk voor worstje was aanzien leek in de war maar de gemoederen waren bedaard. Niet veel later stond ik vol napret op straat. Twee minuten nadien kwam ik de internetvrouw tegen, nog steeds een beetje over haar toeren. Ze was eindelijk uit de ontkenning en riep: that was not the sausage! Al lachend bevestigde ik het nog maar eens. Aangezien een Malawees heel goed kan relativeren zag ze de humor van heel het gebeurde in, hardop lachend ging zij haar kant uit en ik de mijne! In België had ik waarschijnlijk een pakje slaag gekregen, hier pret op een bordje, relativeren is een mooie eigenschap zou ik zo zeggen!
Een aantal dagen later zaten Birge, Winnie en ik in een busje samen met een zat politiemannetje. Hij was in zijn element en wij ook. Dat beloofde! Het duurde dan ook niet lang of we waren in gesprek en de man had niet veel tot niets nodig om te geloven dat ik de enige echte snoop doggie doggie dooooog was. Hij vond het ook niet erg dat ik met mijn volle naam wou aangesproken worden. Spek naar mijn bek. We gierden van het lachen en besloten dat we boven op de snoop doggie doggie doooog nog een M en M zouden plaatsen en Anna alias Rihanna. Winnie en Birge gaven ook het beste van hunzelf, maar zo zijn we natuurlijk. Mister policeman was helemaal weg met ons verhaal en we raakten in een geanimeerd gesprek. Fantasie genoeg en allemaal mogelijk in Malawi. Toen we uit het busje stapten hoorden we het mannetje tegen de anderen zeggen dat hij bij Snoop doggie doggie doooog gezeten had. In België durven we dit, als goede vrienden, ook al eens te doen met het volk maar meestal zijn wij de enigen die niet uit onze rol vallen en dolle pret beleven aan ons verzinsel. Hier vormt het geen enkel probleem om mensen te vinden die onmiddellijk bereid zijn om mee te spelen. Wanneer ik er over nadenk dan denk ik dat de mensen al genoeg miserie hebben zodat ze elk moment aan grijpen om er alsnog iets leuk van te maken. Ik ervaar de meeste onder de Malawezen toch op deze manier en kan alleen maar besluiten dat ik een groot voorstander ben van deze manier van denken. Naar mijn bescheiden mening kunnen we er in België nog iets van leren (dan kan ik veilig overkomen, haha).
Naast de zotte momenten die we hier al beleefd hebben en we mijn watchman er zonder woorden van hebben kunnen overtuigen dat een blanke vrouw meer dan getikt is hebben we natuurlijk ook onze tijd op een diepzinniger niveau doorgebracht. Birge en Winnie zijn een aantal keren meegeweest naar het project en ik woon tussen de arme mensen waardoor je het echte leven te zien krijgt. Hoe je het ook draait of keert als je op een bewuste manier tijd in Malawi wil doorbrengen hoort dit stuk er ook bij. Ik zou het spijtig vinden als mijn vrienden in Malawi komen en enkel de mooie zaken te zien krijgen. Gelukkig zijn ze er ook de mensen niet naar om dit deel van het leven niet te willen ervaren. Het is niet omdat je de bevolking vaak ziet lachen dat er geen ellende is, vaak is het net een manier om met de ellende om te gaan. Birge en Winnie zullen zelf hun ervaringen op het einde neerschrijven.
Ondertussen raakt mijn budget en tijd hier op en besef ik des te meer dat kiezen ook verliezen is. Wat zal ik doen: terug naar België? Door mijn vrienden hier bij mij te hebben besef ik des te meer wat ik hier mis en sta ik meer stil bij de weg die ik ondertussen heb afgelegd. Je leven terug opbouwen op een vreemde plaats, voortdurend mijn budget in het oog houden, geen zekerheid over de toekomst, geloof me, het was niet altijd even gemakkelijk. Vooral het feit dat je vrienden en familie ver weg zijn en je alles alleen moet doen, ook als het even moeilijk is kruipt niet in je koude kleren. Ik hou van Malawi en de Malawees maar hoe je het ook draait of keert ik blijf altijd een blanke/vreemde. Aangezien blank gelijk staat met rijkdom en geen enkele Malawees gelooft dat ik naar hier ben gekomen op eigen kosten; word ik voortdurend aangesproken om schoolfees te betalen, kleren, eten te schenken of gewoonweg geld te geven. Diepere vriendschappen zijn op het ogenblik nog moeilijk owv het cultuurverschil en het feit dat ik enkel basischechewa spreek en nog steeds als “de rijke” wordt aanzien. Als ik mezelf vergelijk met velen onder hen ben ik dat ook om eerlijk te zijn; maar als ik dan bekijk hoe ik ervoor zal staan als ik terug naar België ga kan de term “rijk” gerust geschrapt worden. Alhoewel, ik heb dan weer heel wat rijkdom verworven op een andere manier. Het jeugdcentrum draait nog steeds goed, ik zie zelfs al een mentaliteitsverschil onder sommigen van de jongeren en zie vele mogelijkheden die in de toekomst verder kunnen uitgebouwd worden. Als ik zie wat daar gebeurt; hoe de jeugd speelt en leest voel ik me de koning te rijk en zal ik het heel spijtig vinden als ik naar huis moet gaan op een moment dat de basis nog niet echt stabiel is. Moesten er toch mogelijkheden zijn om te blijven dan kies ik er nogmaals voor om nog een tijd door te brengen zonder mijn vrienden en familie, zekerheden. Ga ik terug naar België moet ik alles weer opnieuw opbouwen, wat natuurlijk ook heel leuk kan zijn: alles ligt weer open. Ik heb geleerd dat flexibiliteit en loslaten de sleutelwoorden zijn. Als je goed kan loslaten zijn er ook weer nieuwe mogelijkheden, ik zit op een serieuze cursus, nu nog kiezen volgens de mogelijkheden die er zijn! Wat het ook wordt, het zal zo moeten zijn (en dat vinden we fijn; holé!)
Salodder,
Veerle alias snoop doggy doggy doooooog!


Na een vlekkeloze vlucht, waar vooral eten en slapen centraal stond zetten we onze eerste voetjes op Malaweese grond. Na een nachtje overnachten in Lilongwe konden we onze busreis starten naar onze beste kamerados Veerle in Zomba. De busreis was de eerste confrontatie met het echte leven van de Malawezen. Beelden, geuren en kleuren met de nadruk op geuren maakten mij letterlijk misselijk. Ook de busstop was niet altijd rustgevend, we werden onmiddellijk getraind in het “No thank you” zeggen. Kinderen komen onmiddellijk bedelen of allerlei zaken verkopen. Mensen hebben hier echt niets en er wordt geleefd op een basic way en overleven is volgens mij priority number 1. Jong of oud, zelfzorg is hier noodzakelijk. En wij onze kinderen maar beschermen en verwennen. Liefst in een belletje grootbrengen met allerlei speelgoed en kleding dat soms maar eenmaal gebruikt wordt. Voor mezelf zijn kinderen het kostbaarste bezit, ook al heb ik er zelf geen, maar met een beetje minder komen ze er ook. Al het materiële wat wij bieden staat in contrast met de tijd die kinderen hier doorbrengen met hun moeder. Kinderen worden op de rug gebonden en gaan echt overal mee naartoe. Ze spelen met spullen die wij zelf nog niet de moeite waard vinden om te bekijken. Het is hier letterlijk van ‘wit’ naar ‘zwart’. Wanneer ze dan wel iets hebben merk je dat er in de opvoeding weinig wordt meegegeven rond respect, normen en waarden. Ik heb het gevoel dat kinderen gewoon hun eigen ding doen en weinig belang hechten aan wat ouders of een andere volwassene zegt. In het jeugdcentrum kreeg ik onmiddellijk een wam gevoel, samen spelen en lezen. Zowel groot en klein. Maar omgang met elkaar en respect voor materiaal zijn nog steeds aandachtspunten. Maar op een Malawees tempo komen ze er wel. Ik kan alleen maar zeggen dat Veerle hier enorm knap werk heeft geleverd en dat het weinige gegeven is om zo vol te houden. Professionalisme en haar goed humeur zorgen dat zij van zowel de vrijwilligers als de jongeren respect krijgt, maar daarvoor heeft ze moeten werken. Zij zijn de toekomst van Malawi en het is noodzakelijk om meer te investeren in de kinderen en jongeren van hier. Zelfs toen we op Chancelor College waren, op missverkiezing, werd duidelijk dat de ‘rijkere’ Malawezen weinig respect en discipline hadden. En misschien nog minder dan het arme maar wel warme volkje. In de buurt waar Veerle woont kan je niet anders dan stilstaan bij de rol van de vrouw. Heel veel van hen zitten in de prostitutie en hebben een zeer minderwaardige positie. Voorlichting, onderdak en stromend water zou voor hun geen overbodige luxe zijn. Het leven is hier voor niemand simpel maar ik moet natuurlijk opkomen voor de kinderen en vrouwen ;)
Maar ik mag zeker die mooie momenten niet vergeten. De vriendelijkheid op straat, kinderen die lachen en die je nadat je ze uren genegeerd hebt, nog steeds vriendelijk blijven. De mannen die hier gaan voor directe communicatie: ‘I want to marrie you’, ‘you are my baby’, of gewoonweg ‘i take you’. Belgische mannen en vrouwen stop met energie te verspillen aan de versiertrucs en vraag het op de man af. Des te meer energie voor andere dingen ;). De samenhorigheid die je hier voelt, de mengelmoes van religie, het tevreden zijn met weinig. Wij Belgen kunnen er nog wat van leren.
Maar vooral niet te vergeten de dolle pret die ik met mijn twee maatjes hier gehad heb. De watchman zal twee keer nadenken voor hij vraagt aan een Belgische vrouw om mee te gaan naar onze landje. Zeker nadat hij het spel haasje over, zatte fles en vuureke stook heeft gezien. Om nog maar te zwijgen van de Michael Jackson moves die ik hem met plezier toonde en het eindeloos gekwebbel van ons.
Een unieke reis, een leerrijke ervaring en terug het gevoel gelukkig te zijn met wat ik heb en vooral met wie ik ben.
Winnie, alias the sausige, alias Eminem.



Azungu, azungu, horen we geregeld van alle kanten klinken, waarop wij heel onwetende maar vriendelijk zoals we zijn steeds een goeiedag terug zeggen. Tot ons na enkele dagen duidelijk gemaakt wordt dat azungu blanke betekend en we met dit in het achterhoofd wel wat vindingrijker worden met onze antwoorden, want voor humor is dit Malaweese volkje wel te vinden. Langs de andere kant geeft dit heel sterk weer hoe ik me hier de eerste dagen voelde: heel erg blank, in de minderheid en kwetsbaar. Waarbij ik me tegelijkertijd een beeld tracht te vormen over hoe het is om als anderskleurige in Belgie rond te lopen. Malawi “ the warm hart of Afrika” deze titel hebben ze echt wel verdiend. En deze vriendelijkheid compenceert al vlug mijn kwetsbaar gevoel van in de minderheid te zijn. Deze vriendelijkheid en openhartigheid doet het gebrek aan luxe ( oeps, geen water vandaag, oh nu valt de elektriciteit net uit, …) al vlug vergeten. Al wil ik dit ook niet minimaliseren, want elektriciteit en stromend water is niet voor elke Malawees een vanzelfsprekendheid. Wij zitten nu op het einde van het regenseizoen, de mais staat volop in bloei, maar nog iets te vroeg om te oogsten, waardoor de voorraad aan voeding stilaan op geraakt en meerdere gezinnen in de problemen geraken.’ Wat zullen we vandaag eten’ krijgt hier een heel andere invulling dan wij gewoon zijn in onze “overconsumptiemaatschappij”. Geen 20 soorten chocolade, 30 merken waspoeder,… veel simpeler voor twijfelaars zoals ik. Ik prijs me dus ook bij de gelukkige dat ik nog eens mag ervaren en beseffen hoe rot verwent we zijn in Belgie en hoe vanzelfsprekend dit voor ons allemaal lijkt.
“Als het vandaag niet gebeurt dan gebeurt het morgen wel” Al nemen ze dit hier soms wel heel letterlijk. Toch geeft het mij een gevoel van rust, even weg uit het westerse werk en de prestatiedruk. Waarmee ik niet wil zeggen dat hier niet gewerkt wordt. De fysieke inspanningen en kracht die hier geleverd wordt is af te lezen op de gespierde mannentorso’s die toevallig geregeld mijn zicht passeren;-). Hier moet men niet naar de fitness om spieren te kweken.
Vrouwen met tonnen vis, water, boomstronken op hun hoofd typeren het straatbeeld. Nog een van die dingen die ik hier nog wil uitproberen, maar ik vrees dat dit niet zonder accidenten zal aflopen en alles wat ze hier op hun hoofd dragen is vrij kostbaar hier . Maar het zou ze weer een reden kunnen geven om eens goed te lachen met die ‘azungu’. Met ons drietjes zijn we het deze keer zonder veel discussie overeen gekomen dat de vrouw (ook) hier het sterkste geslacht is!
Africa een avontuur, je moet het niet ver gaan zoeken. Het vervoer op zich geeft uitdaging genoeg; fietstaxi, bus, minibus, truck,… Eerst discussie over de prijs:’ I give you a good price’ is een standaard zinnetje dat elke malawees met de paplepel heeft meegekregen. Afbieden en humor zo geraken we meestal wel op een bus. Wanneer vertrekt de bus? ‘Dadelijk’ wat hier wil zeggen als ze vol zit. En vol is vrij relatief: meer mensen, meer geld (voor de driver), meer amusement, meer dieren, meer spierpijn meer ongevraagde lijfelijkheid meer geuren en kleuren,… avontuur en amusement verzekerd dus. Plus een goede assertiviteitstraining of ik had al 10 keer getrouwd geweest, jawel, zo duidelijk zijn ze hier in hun communicatie.
Nog enkele woorden en indrukken om deze reis en ervaring weer te geven;
respect: voor het doorzettingsvermogen en het optimisme van de bevolking. Voor het doorzettingsvermogen van Veerle in de oprichting van het jeugdhuis en in haar omgaan met het malawese leven. Humor: waar blijkbaar elke Malawees mee geboren wordt, of is het om maar niet te moeten denken aan de dagelijkse miserie om te overleven. Humor tijdens onze Malawese avonden op terras bij Veerle. Als de Malawezen ons als referentie neemt om zich een beeld te vormen van de Belgische bevolking vrees ik dat we hier een verantwoordelijkheid gemist hebben . T’ja, de boog kan niet altijd gespannen staan he. Thuis: ook waren we duidelijk de ‘azungu’, door de vriendelijkheid, openhartigheid van dit volkje had ik hier toch wel een beetje een thuisgevoel. En natuurlijk door de aanwezigheid van Winnie haar Michael J. move’s, ‘Malerone herinneringen en Veerle haar ‘subtiele vriendelijk bedoelde plagerijen’ of i’m so good move’s.
De afwisseling tussen, vakantie en leven tussen de Malawese bevolking was voor mij een super vakantie en evaring!
Birge, alias anna, Rihanna the bodyguard.

woensdag 9 februari 2011

puurheid

Achter mijn huis is een bron, de mensen komen er hun was doen en wassen er zich vaak. Ze hebben de keuze om dit beneden aan de bron te doen of om op een rots te staan zodat ze een mooi overzicht hebben in mijn tuin en huis. Wat zou jij doen als je de keuze hebt tussen braafjes je werk doen in het saaie ritme dat je kent of het leven van een Mzungu te observeren en de nodige commentaar te leveren? Hier weten ze het wel; optie één belandt onmiddellijk in de vuilbak en de blanke zal geobserveerd worden door heel de gemeenschap, eventueel kan er nog een aflossing van de wacht besproken worden. In België zouden de mensen proberen om dit op een stiekeme manier te doen, in Malawi ontbreken enkel de chips en de popcorn om het zo mogelijk nog aangenamer te maken en het gevoel van goede film te stimuleren. Als het kijken dan saai begint te worden gaan ze over tot de volgende stap, namelijk: nodig jezelve eens uit bij een vreemde. Van op de rots wordt er dan naar mij geroepen of een klapke tot de mogelijkheden behoort. Dat zij chechewa spreken en ik voornamelijk Engels speelt geen rol, de volgende stap moet en zal gezet worden, een gesprek is meer dan noodzakelijk. Zo gaat het elke dag: ergens mooi, soms iets minder mooi, maar zeker puur. Vandaag wandelde ik naast het bronnetje, een stuk of zeven kindjes zaten naakt in één of ander badje. Ik stak mijn hand naar hen op, ogenblikkelijk gingen al de handjes in de lucht om terug te wuiven, de kindjes waren echt nog heel klein, toch was er geen volwassene te bespeuren. Geen nood, ze wisten wat te doen, de oudste van de kleintjes nam het hef in handen. Het beeld dat ik te zien kreeg was fantastisch. Van op mijn veranda hoorde ik ze nadien lachen en zingen. Ik kan niet anders dan vertederd zijn, ik voel geluk in me opborrelen omdat ik dit mag ervaren. Ik heb me de laatste maanden geregeld afgevraagd waarom ik toch zo graag naar Malawi wou komen, gemakkelijk is iets anders, het beeld van de kindjes gaf me een heel duidelijk antwoord. Als ik ‘al is het maar even’ zulke momenten ervaar dan voel ik me gelukkig. In Malawi kom je zeer geregeld met zulke situaties in aanraking. Ik voel me vereerd omdat ik getuige of deelnemer mag zijn. Ook de natuur is op het ogenblik in zijn puurste vorm, mijn huis staat tussen de mais, overal vogelkreten. Het herinnert me aan de tijd dat ik klein was. Wanneer ik buiten zit heb ik niet veel nodig om in mijn gedachten en gevoel terug te reizen naar mijn kindertijd. De tijd die we doorbrachten op de boerderij, onbezorgd, onbekommerd, zoals kinderen kunnen zijn. Het brengt me tot rust en zorgt weer voor een opborrelend gevoel van geluk om de mooie kindertijd die ik heb mogen beleven, een warme tijd.
Maar zoals bij bijna alles het geval is bestaat puurheid niet alleen in een mooie vorm, het kan ook een lelijke vorm aannemen. Is het daarom iets slecht? Ik ben tot de conclusie gekomen van niet, als het puur is, is het voor mij iets intens, intense zaken kan je niet zo maar naast je neerleggen waardoor je wordt gedwongen om stil te staan bij zaken. Het kan heel pijnlijk zijn, vermoeiend, een traan is nooit ver af maar het is wel echt, dus in mijn ogen is het mooi. Op het ogenblik dat ik de tranen voel branden kan ik het mooie er niet van zien maar als ik terugkijk op de voorbije periode en de vreugde en pijn die ik gevoeld heb dan kan ik niet anders zeggen dan dat ik hier echt leef: op het scherp van de snee. Het leven is niet altijd vreugde en plezier, de andere kant is er ook. Door ze beide te ervaren waardeer je de mooie dingen des te meer. Ik durf zelfs zeggen dat ik het positieve van het minder mooie meer en meer waardeer. Mijn voorlopige samenvatting van mijn verblijf is dan ook dat al mijn ervaringen, mooie en minder mooie, moeilijke en gemakkelijke me een completer mens maken. Je ziet, een mens wordt hier een echte filosoof, in al zijn puurheid.
Liefste moeke, het is nu zes februari, een gelukkige verjaardag. Normaal probeer ik maandelijks één keer iets op mijn blog te zetten maar vandaag is het ook voor mij om één of andere reden een speciale dag, ik weet dat je dit stukje schrijfsel zal weten waarderen, het is mijn cadeautje voor jou.
Veerle

dinsdag 1 februari 2011

Malawezen, het zijn geen chinezen

Ondertussen zijn we een maand verder, de tijd staat niet stil. De mannen van Escom schijnbaar wel want mijn elektriciteit is nog steeds op weg naar mijn huis. Ik ben er ondertussen al aan gewend en heb bij tijden wel andere katjes te geselen daarom heb ik besloten om over te gaan op de geen paniekreactie. Ik ga nu gewoon een beetje vroeger slapen en heb me aangesloten bij het aerobicclubje. Op deze manier kan ik ’s avonds al eens weg, geweldig: aerobic a la in de gloria, heel gezellig en amusant. Een mens leert hier omgaan met verschillende zaken. In malawi hebben vele mensen geen elektriciteit, ik heb nog altijd geld om eten te kopen, wat voor velen onder hen al een probleem is, niet te veel klagen dus.
Ondanks het feit dat ik mijn best heb gedaan om hulp voor Mattias en zijn gezin te verkrijgen loopt het systeem hier zo traag dat ik nog niet veel meer heb kunnen bereiken dan dat sociale welfare de chief van het dorp heeft verplicht om er voor te zorgen dat Mattias en zijn zusje eten krijgen. Het is heel duidelijk dat ze hopen dat wij als blanken het probleem oplossen. De wachtlijsten zijn zo lang en de middelen te beperkt zodat er weinig tot niets kan gedaan worden. Natuurlijk is het veel handiger als wij het probleem aanpakken. Er wordt niet gedacht aan het feit dat het Malawese leven, systeem hulp van buitenaf voor slechts één individu niet zo snel toelaat. Het werkt veel jaloezie in de hand en kan ons in de problemen brengen aangezien wij geen vluchtige voorbijganger meer zijn maar al een beetje een deel van het geheel. Gelukkig heeft iemand uit België aangeboden om voorlopig financiële hulp te bieden zodat we toch iets kunnen doen en het daarenboven aanvaard kan worden door de gemeenschap. Bij deze dan ook een oprechte dankjewel aan de vrouw in kwestie, de kinderen zijn er al een hele stap mee vooruit.
George, een leerkracht in Sitima, is ondertussen trotse vader van een flinke zoon. Op de avond dat zijn vrouw naar het ziekenhuis moest belde hij mij vol spanning en enthousiasme op om te zeggen dat de baby onderweg was. Ik had hem en zijn vrouw wat bijgestaan mbt vragen die ze hadden rond de zwangerschap, waarvoor ik natuurlijk een heel goed boek raadpleegde aangezien ik niet zou weten hoe het voelt, wat het is; lang leve de informatieve boeken. George houdt heel veel van zijn vrouw en waardeerde het enorm. Hij wou me dan ook onmiddellijk betrekken bij de geboorte, echt vertederend, hij riep iets door de telefoon en hing op. Volledig over zijn toeren van de opwinding, liet hij mij achter met een gevoel van onwetendheid over de persoon die had gebeld en de reden waarom. Gelukkig had ik na twee minuten al door wat er aan de hand kon zijn. Ik belde terug en vroeg of de baby op komst was, George stond nog steeds in vol enthousiasme onsamenhangende dingen te roepen. We spraken af dat hij iets zou laten weten als het kindje er was. In Malawi zijn vaders niet bij de geboorte aanwezig, ze wachten buiten en denken er zelfs nog niet over om mee binnen te gaan, het hoort niet tot hun cultuur. Het zou een lange nacht worden voor dit enthousiaste vadertje. In plaats van één nacht heeft het twee dagen geduurd maar toen de baby er eindelijk was kon het geluk van George niet meer op. Hij belde, ze hadden nog geen naam, ik mocht één kiezen. Natuurlijk hangt hier een soort van opportunisme aan vast, als ik de naam kies ben ik weer een beetje de peetmoeder. Ik vermoed als het zo blijft doorgaan ik zelfs niet meer moet denken aan eigen kinderen en dringend een betaalde job (of twee) moet zoeken. Voorlopig is er dus nog geen naam. Ik vind het een hele beslissing en laat het liever aan de ouders over, George weet dit, we zullen zien hoe lang ik het kan ontwijken.
Het jeugdcentrum werkt goed, sportactiviteiten behoren meer en meer tot het aanbod. Vorige week nam er minstens vijftig man deel. Een plezier om te zien. Wanneer ik de huisjes passeer wordt er vanuit verschillende hoeken gevraagd wat er wordt gedaan, de meisjes spelen graag netbal en vinden het leuk om op voorhand aan mij te tonen hoe ze iedereen zullen afdrogen met hun geweldige lenigheid en kracht. Op zijn Afrikaans, ik hou er wel van.
Natuurlijk zijn er zaken die wat minder lopen. Zo is er al één vrijwilligster ontslagen aangezien ze na een aantal waarschuwingen er nog steeds in slaagde om op te dagen wanneer zij er zin in had en af en toe gewoon niet te komen. Een andere vrijwilliger had dan weer iets gestolen. Om dit probleem aan te pakken is de raad van de CBO bijeengekomen. De jongen heeft een extra kans gekregen. Hoe de raad en in het bijzonder de chief, mr Mofolo dan uitlegt hoe ze het gebeurde bekijken is bijna ontroerend (en een tikkeltje lachwekkend) om te horen. Hij vertelde ondermeer dat Malawezen zo weinig hebben dat als ze iets moois zien ze het graag willen aanraken. Als ze het dan aanraken is het zeer moeilijk om het los te laten en willen ze het graag hebben. Om hier aan te weerstaan is er een hoop wilskracht nodig. En zo is het ook hé mannekes! Ik kan er volledig inkomen dat het tot hun realiteit behoort met al de armoede. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het gedrag zo maar aanvaard wordt. De CBO heeft respect voor onze mening, als wij ze zouden willen doordrukken aanvaarden ze het. Mieke en ik vinden dat we in Malawi zijn en onze Europese gedachtegang niet moeten laten overheersen, het is hun land, hun gemeenschap. Als je dan de opluchting ziet omdat de jongen nog een kans krijgt moet ik onmiddellijk denken aan de hardheid van hun leven. Omwille van deze hardheid begrijpen ze elkaar beter en zullen ze minder snel geneigd zijn om streng uit de hoek te komen. Het gemeenschapsgevoel is toch sterk op bepaalde gebieden. Het heeft zijn voor –en nadelen maar als ik dat moet uitleggen ben ik met Pasen nog bezig (wie gaat er trouwens een paashaas en wat eieren opsturen van de ambachtelijke bakker nu ik er “onbeschoft als ik kan zijn” aan denk; die verdomde Afrikaanse ratten hebben het op onze chocola gemunt dus meestal is de helft al opgegeten door mijn aartsvijand nummer 1, door zulk een onbeheerst gedrag wordt de vriendschap er natuurlijk niet beter op).
Ondanks de kleine hindernissen gaat het goed met het jeugdcentrum, de vrijwilligers doen hun best en zijn bereid om bij te leren. De volgende weken lassen we een extra dag in om nieuwe spelletjes aan te leren zodat de verantwoordelijkheid meer bij hun blijft en zij zelf aan de jeugd kunnen uitleggen hoe het spel werkt. Ik heb gemerkt hoe groot het plezier bij iedereen kan zijn als er iets nieuws wordt gedaan. Gisteren ben ik met vier jongeren gestart met badmintonnen. Na een half uur stonden we met een stuk of twintig man met raketten te zwaaien en te lachen om ieders gekke fratsen. Het ging zelfs zo ver dat ik op een gegeven moment zag dat al de vrijwilligers mee stonden te doen en ik hen er even op moest wijzen dat er toch iemand in de lokalen moest zijn om het materiaal in het oog te houden en de jongeren die binnen waren te begeleiden.
Ik heb er een goed gevoel over en denk dat het zeker mogelijk is om hen uiteindelijk meer en meer verantwoordelijkheid te geven, tot dat mijn aanwezigheid niet meer vereist is. Ik heb alleszins al veel plezier in de manier waarop sommigen onder hen de zaken aanpakken en ben er van overtuigd dat het zal lukken. De volgende stap waar we aan willen werken is het invoeren van de gezondheidszorg, zodat jongeren ter plaatse HIV-testen kunnen doen, dus we zijn nog wel even bezig.
Twee weken geleden ben ik met een man meegegaan zodat hij een test kon doen. Er waren sterke vermoedens dat hij positief was maar hij durfde niet gaan en zijn vrienden, familie vonden het schijnbaar ook te moeilijk om hier stappen in te ondernemen. Aangezien de man heel vaak ziek was werd het hoog tijd dat er duidelijkheid kwam rond zijn ziektebeeld zodat hij de juiste hulp kon krijgen. Ik kon het niet meer aanzien en besloot om stappen te ondernemen en met hem te praten/te begeleiden zodat hij een test zou doen. Na de test bleek dat hij positief was. Omdat hij zo vaak ziek was geweest moest hij eerst medicatie nemen om zijn lichaam te zuiveren. Dit zou 2000 kwatcha kosten (tien euro); er zijn weinig Malawezen die dit zo maar kunnen betalen. Daar stond ik dan met een man die geen geld had om zijn levensbedreigende ziekte te lijf te gaan. Ik besloot om te helpen aangezien het over iemand zijn gezondheid ging en ik wist dat de medicatie voor HIV nadien gratis zou zijn. We spraken af om elkaar in de namiddag aan het ziekenhuis te ontmoeten. Ik gaf hem owv omstandigheden het geld voor de medicatie. In de namiddag kwam de man niet opdagen, ik stond daar mooi te wezen (wat voor zichzelf spreekt). Vol woede ging ik naar huis, ik had mijn afspraken verzet, liep zoals gewoonlijk weer eens verloren omdat ik altijd binnenweggetjes wil uittesten en daarboven begon het nog eens te regenen. Diegene die me kennen weten dat ik genoeg temperament heb om in volle furie te vertrekken maar dat het meestal heel snel over is. Toen ik eindelijk thuis arriveerde moest ik er zelfs al mee lachen. Ik was nog maar eens in de sloppenwijken beland met mijn binnenweggetjes en marcheerde er dan ook door als een echte Malawees. De bewoners zagen een klein blank boos meisje met krulletjes en aan hun gezichten te lezen vroegen ze zich duidelijk af wat ik daar alleen deed, ik trok me er weinig van aan aangezien ik al eens vergeet dat ik niet zwart ben en het niks abnormaals vond. Daarenboven confronteerde ik diegene die me lastig viel (wat er dan nogal veel zijn volgens mij) nog eens met een goei portie temperament van Veerle Janssens. Ze beginnen me hier serieus te kennen, soms wordt er zelfs gevraagd om mijn temperament te minderen, haha! No way, josay.
Nadien bleek dat één van de redenen waarom de jongen niet was komen opdagen was dat de mensen hier heel bang zijn van ziekenhuizen en geloven dat er witchcraft aan de gang is. Velen die er naartoe gaan komen zieker terug of overlijden. Meestal komt dit door gebrek aan materiaal, medicatie en werkkrachten of door het feit dat er veel te lang gewacht wordt voor men naar de dokter gaat. De meeste arme Malawezen kunnen dit niet begrijpen en wijten het aan slechte dokters die witches zijn. Mede door hun beperkte opleiding kunnen ze het niet plaatsen, daarenboven groeiden ze op in dorpen waar er heel veel aan witchcraft wordt toegeschreven. Echt spijtig, ergens voel ik medelijden met hen omwille van de manier waarop ze met deze zaken omgaan. Ik kan hen honderd keer uitleggen hoe ik naar deze zaken kijk maar ze zullen het niet begrijpen, ik moet dan zelfs nog oppassen dat ik niet beschuldigd word van witchcraft, het is toch een gecompliceerd wereldje. Hoe langer je hier vertoefd, hoe duidelijker het wordt. Toen ik hier als vrijwilliger was vond ik het leven in Malawi zo mooi, puur en gemakkelijk. Maar onder elk oppervlak zit meer, ik ervaar het nu en kan zeggen dat het zeer goed is dat ik “nog maar eens’ terug ben gekomen, geweldig persoonlijke vorming maar het is alles behalve gemakkelijk. Toch blijf ik met mijn heel hart van Malawi houden (en roep ik nog steeds op menig man als ik vind dat er een woordje commentaar nodig is, en dat is zeer geregeld zalle; als ze een fiets bijhebben moeten ze er toch niet naast lopen maar op gaan zitten zekers, wie moet hen dat anders zeggen, hihi).
De man is uiteindelijk, na veel discussies, toch naar het ziekenhuis gegaan, waar ze hem zeiden dat hij niet veel langer had moeten wachten of het zou te laat geweest zijn. Nadien is hij mij met zijn ziekenboekje komen bezoeken om me te bedanken en te laten zien wat zijn resultaten waren. Na heel wat temperament, gevloek, gezever en een tikkeltje leed wist ik toch weer goed waarom ik af en toe (of misschien geregeld) koppig blijf en niet loslaat. Al bij al was het het allemaal waard, ik zou het zo weer doen.

Vandaag ben ik Masha en Lighja gaan bezoeken, mijn twee ex-huisgenoten. Onderweg werd ik door menig Malawees aangesproken. Ze kennen me, roepen van ver op me of ze kennen me niet en komen toch een hand geven, een praatje maken, ... Ik beantwoord hun vragen en voel me als een vis in het water. Angst is ver weg, ik voel me hier, ondanks de hindernissen, ergens thuis. Na mijn bezoek wandel ik naar het plaatselijk marktje, bestel wat vettige frietjes voor een halve euro en plaats me tussen de mannen met mijn bordje. Voor mij geen probleem, zij vinden het leuk en ik voel me comfortabel tussen hen aangezien er veel volk op het marktje is en ze niet opdringerig zijn. Nadien ga ik naar de groentemarkt en ding op alles af, ik vind het geweldig grappig en krijg grotendeels mijn zin (spek naar mijn bek natuurlijk), wanneer ik naar huis wandel begint het te regenen. Ik stop onder een boom maar word toch nog nat, de plaatselijke jeugd roept dat ik wat dichter bij de boom moet gaan staan, een vrouw wil haar paraplu geven en twee mannen staan te wenken dat ik bij hen onder het afdak mag komen staan. Malawi, warm hart van Afrika, ik heb het nog maar eens mogen ervaren vandaag. Ik wandel verder naar huis, mannen roepen op me, ik negeer hen op een professionele manier en zeg tegen de vrouwen: amuna, iai (mannen, nee), ze vinden het geweldig en de pret kan niet op. Vrouwen begrijpen elkaar toch, waar ter wereld je ook bent, die mannen, soms een ampetantigheid!
Mijn watchman heeft besloten dat hij een tweede vrouw moet versieren en hangt nu voortdurend aan mijn poortje naar de dames te lachen die voorbij komen om hun was te doen, voor de rest slaapt hij wat en eet hij mijn chocola op. Het medelijden dat ik eerst voelde is al over, de bedrieger. Op een gegeven ogenblik begon het heel hard te regenen en ik kon niet anders denken dan dat het hem deugd zou doen, een beetje afkoeling begot. Natuurlijk heb ik hem er a op gewezen dat hij een vrouw en kinderen heeft en dat ik hem in het oog hou. Omgekeerde wereld, nu moet ik mijn watchman al in het oog houden ipv hij mij en ik betaal hem, het kan verkeren. Het mannetje is nog maar vijfendertig en heeft een kind van een jaar, ne goede stamp onder zijn gat zou gepast zijn. En daar is mijn temperament weer, haha!
Daaaag, ik moet mijn watchman gaan observeren om zijn ontrouw te vermijden en hem wakker houden zodat hij mij kan beschermen.
Veerle

De laatste nieuwtjes owv niet tijdig in het internetcafé geraakt
• Ik heb twee katjes: freddy en flora, eerst Joske en Fonske genaamd maar ze luisterden niet echt dus ik heb besloten om eens andere namen te proberen, het is duidelijk: het ligt aan de katten en ik moet al eens goed nadenken voor ik me herinner hoe ik ze nu weer genoemd heb
• De buren denken dat ik zot ben, dit heb ik van een Malawese bron, schijnbaar ben ik iets te assertief, ik ben er gelukkig mee, dat zal ze uit mijn tuin houden, alleen mijn watchman ziet het als gemeenschappelijk goed en komt geregeld dingetjes plukken. Als ik hem dan aanspreek, in volgens mij duidelijk genoeg chechewa, toont hij wild enthousiast hoe goed hij is in plukken. Nadien hoor ik dat hij had verstaan dat hij het maar moest nemen van de blanken terwijl ik eigenlijk zei dat ze zo maar niet moeten nemen omdat ik blank ben. Morgen eens een strooptocht doen met mijn rugzak, Oh wee de Malawees met goede groenten in zijn tuin.
• De elektriciteit is aangekomen, ik heb een vreugdedansje voor het huis gedaan, wat het als zot bezien worden door de buren enkel maar vergroot, het zal me worst wezen.
• Ik heb een nieuwe hobby, iedereen aanspreken en nadien iets in het Nederlands toevoegen waarna ik snel wegfiets, ik vind mezelf weer geweldig grappig, het is hier toch plezant met mijn eigen, haha! Niet ongerust zijn, het ligt niet aan Malawi maar aan mij beste vrienden.