dinsdag 24 november 2009

laatste week Malawi, terug in België


Stuart die me even laat meehelpen bij het maken van een beeldje voor hij de beitel afpakt en zegt dat ik het ga ruïneren:)

het schoolfeest met verklede dansende kindjes


De laatste week Malawi. Het afscheid komt dichterbij. We proberen er niet te veel aan te denken en nog te genieten van onze tijd in Afrika.
In de school worden er testen gedaan en geoefend voor het schoolfeest. Ik bekijk het allemaal vanop een afstandje en durf niet te denken aan hoe hard ik Malawi en de mensen zal gaan missen. We kwamen met de bedoeling om de mensen te helpen maar hebben naar mijn gevoel veel meer teruggekregen dan we hebben aangeboden.
Ik speel nog met de kinderen en amuseer me te pletter, wandel naar de keuken en mag er wat meehelpen, bekijk van op een afstand hoe de leerkrachten met de kinderen bezig zijn,... Om eerlijk te zijn werd ik er heel stilletjes van (wat niet al te vaak gebeurt dus dat wil al iets zeggen).
De laatste dag is het schoolfeest en worden de rapporten uitgedeeld. Tijdens het uitdelen van de rapporten reageren moeders vrolijk als hun kind een goede prestatie heeft geleverd. Ze lopen naar voor, omhelzen hun kind en juichen het uit. De moeders lijken bijna enthousiaster als de kinderen, ... Ik ben blij dat ik deel mag uitmaken van dit gebeuren en mag zien hoe blij de mensen kunnen zijn om zo iets normaals (voor ons). En dan is het zo ver: afscheid nemen. We slikken een paar keren en doen dit zo vrolijk mogelijk. We slagen hier nog redelijk goed in, springen op onze fiets en rijden terug naar ons huisje (terwijl we beiden al aan het bedenken zijn hoe we zo snel mogelijk kunnen terug komen).

Tijdens de laatste week leren we Stuart kennen. Stuart is een jongen van negenentwintig jaar die probeert om uit de armoede te raken door houten voorwerpen te verkopen aan toeristen. Omdat in zijn dorp vele mensen aan de drank of drugs zijn en hij hier niet in wil meegaan is hij uit zijn dorp verhuisd en alleen gaan wonen. Het feit dat hij probeert om uit de vicieuze cirkel te raken en niet handelt als de anderen zorgt er voor dat hij zichzelf in een hele eenzame positie heeft gezet. Hij kan niet meer terug naar zijn dorp aangezien hij uit vrije wil heeft besloten om er weg te gaan. Mensen die anders zijn worden niet meer opgenomen in het dorp. Stuart gaat er nog zeer geregeld op bezoek bij zijn ouders, zusters en broers om te praten en hen financieel te steunen. Dit is toegestaan maar van terugkeren is geen sprake. Wanneer ik hem vraag of hij nog terug kan gaan ontwijkt hij het antwoord. Omdat ik via Mieke en Richard meer ben te weten gekomen over de manier waarop er wordt omgegaan met uitzonderingen blijf ik doorvragen en vertelt Stuart uiteindelijk toch dat hij niet meer terug kan. Hij wil ook niet meer terug omdat hij schrik heeft dat hij dan hetzelfde lot zal ondergaan als de rest. Stuart is een hele tijd naar school geweest en lijkt een verstandige kerel. Hij is op de hoogte van de vele ziektes die in Malawi heersen. Daarom heeft hij besloten dat hij liever alleen blijft dan ziek te worden en te sterven. Hij heeft al veel van zijn vrienden zien sterven en wil niet hetzelfde lot ondergaan. Stuart is een jaar ouder als ik. Hij moet met veel dingen rekening houden waar ik zelfs nog niet aan hoef te denken. Stuart zegt echter dat hij gelukkig is. Hij is er rotsvast van overtuigd dat hij uit de ellende zal raken. Wanneer ik hem op al de moeilijkheden wijs die hij moet overbruggen vraagt hij aan mij waarom ik denk dat het hem niet zal lukken en zegt hij vastbesloten dat hij er uit zal raken. Ergens voel ik veel respect en bewondering voor zijn geloof, toch ben ik ook heel bang dat hij serieus zal teleurgesteld worden ondanks zijn geloof en al de pogingen die hij onderneemt. Ik schrik er van hoe erg het me raakt. Deze jongen is ongeveer even oud als ik. In Malawi zijn de meesten dan getrouwd en hebben kinderen. Stuart is alleen, werkt voor zijn idealen, idealen waar ik van vermoed dat ze heel moeilijk of zelfs bijna onmogelijk kunnen verwezenlijkt worden. Toch blijft hij er in geloven. al duurt het nog tien jaar (hij is er al tien jaar mee bezig), hij zal er komen zegt hij. Iemand tegen komen die zo blijft geloven ondanks zijn omstandigheden {en mij de les dan nog durft te spellen:)} zal ik niet snel vergeten. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat hij er uit zal raken maar vrees er voor. Toch mooi om iemand tegen te komen met zo veel idealisme.

De laatste dag wandelen Mieke en Stuart met ons mee naar de bushalte. Hanne en ik blijven (naar onze bescheiden mening) sterk en nemen snel afscheid van hen. Eenmaal in de bus moeten we echter beiden huilen. Daar zitten we dan: twee huilende blanke grieten in een bus vol zwarten. Wanneer ik dit besef moet ik heel hard lachen. Wij zijn toch watjes. De mensen in Malawi hebben wel meer redenen om te huilen dan wij. Hanne en ik beginnen als twee halve gekken onze tranen weg te geven, slikken nog eens een aantal keren en proberen toch nog te genieten van onze laatste momenten.

Wanneer ik in Zaventem land staan Kris en mijn drie gekke vriendinnen op me te wachten. Natuurlijk vonden deze zotte madammen het nodig om Dieter Coppens en zijn cameraploeg voor hun kar te spannen waardoor er onmiddellijk een camera op mijn snuit werd gericht. Even vond ik het heel vervelend, maar toen bedacht ik dat ik nog altijd zelf mijn vrienden heb gekozen en het niet voor niets deze rare, gekke snuiters zijn geworden (die aan de hand van groepsdruk en vrouwelijke manipulatie Kris hadden overtuigd om mee te werken). Ik vond het toch ferm dat ze zo vroeg uit hun bed zijn gekomen om het wat uit te komen hangen in Zaventem. {maar de volgende keer houde elle eigen maar wat kalmer en probeerde maar om de camera's uit mijn geburen te houden of ik stuur die van babyboom op elle dak. Gefilmd worden terwijl ge bevalt lijkt elle da niks?:)}
In België is het koud en regent het. Ik word direct met mijn twee voeten op de grond gezet. Ik wil niet slechtgezind zijn en besef dat ik veel geluk heb dat ik kan terug gaan naar mensen die om me geven, een thuis, ... Toch mis ik Malawi al. Wanneer Kris mijn vrienden naar huis brengt en ik even alleen thuis ben vind ik het heel moeilijk om te zien hoeveel wij hebben terwijl ik van een plaats kom waar de mensen niets hebben en voortdurend moeten knokken. Het overvalt me als het ware, ik schrik er zelf van. Terug aanpassen zal de nodige tijd vragen maar zal uiteindelijk wel lukken.

Mieke bedankt dat ik mocht komen helpen om het project verder uit te bouwen. Ik vind jou een heel straffe, zotte, knappe madam en heb iets mogen ervaren dat ik nog voor al het geld van de wereld niet zou willen inruilen. Hopelijk kunnen we snel terug wat zotte kuren verkopen op Zomba plateau en gedachten uitwisselen over de Malawese cultuur.

Hanne, ik had een supertijd met jou. Bedankt om al dat vuil ongedierte aan te pakken. Ik zou niet weten hoe ik het zonder jou had klaargespeeld. (Waarschijnlijk had ik twee maanden op een stoel gestaan in de hoop dat de ratten uiteindelijk zouden besluiten dat ze beter bij Mieke konden gaan wonen.) Maar ge weet: Deckers en Veerle krijgen ze er zo maar niet onder! Ik zie je sowieso aan het chocotoftaartje, dat is zeker!

groetjes,
Veerle

Geen opmerkingen:

Een reactie posten