dinsdag 1 februari 2011

Malawezen, het zijn geen chinezen

Ondertussen zijn we een maand verder, de tijd staat niet stil. De mannen van Escom schijnbaar wel want mijn elektriciteit is nog steeds op weg naar mijn huis. Ik ben er ondertussen al aan gewend en heb bij tijden wel andere katjes te geselen daarom heb ik besloten om over te gaan op de geen paniekreactie. Ik ga nu gewoon een beetje vroeger slapen en heb me aangesloten bij het aerobicclubje. Op deze manier kan ik ’s avonds al eens weg, geweldig: aerobic a la in de gloria, heel gezellig en amusant. Een mens leert hier omgaan met verschillende zaken. In malawi hebben vele mensen geen elektriciteit, ik heb nog altijd geld om eten te kopen, wat voor velen onder hen al een probleem is, niet te veel klagen dus.
Ondanks het feit dat ik mijn best heb gedaan om hulp voor Mattias en zijn gezin te verkrijgen loopt het systeem hier zo traag dat ik nog niet veel meer heb kunnen bereiken dan dat sociale welfare de chief van het dorp heeft verplicht om er voor te zorgen dat Mattias en zijn zusje eten krijgen. Het is heel duidelijk dat ze hopen dat wij als blanken het probleem oplossen. De wachtlijsten zijn zo lang en de middelen te beperkt zodat er weinig tot niets kan gedaan worden. Natuurlijk is het veel handiger als wij het probleem aanpakken. Er wordt niet gedacht aan het feit dat het Malawese leven, systeem hulp van buitenaf voor slechts één individu niet zo snel toelaat. Het werkt veel jaloezie in de hand en kan ons in de problemen brengen aangezien wij geen vluchtige voorbijganger meer zijn maar al een beetje een deel van het geheel. Gelukkig heeft iemand uit België aangeboden om voorlopig financiële hulp te bieden zodat we toch iets kunnen doen en het daarenboven aanvaard kan worden door de gemeenschap. Bij deze dan ook een oprechte dankjewel aan de vrouw in kwestie, de kinderen zijn er al een hele stap mee vooruit.
George, een leerkracht in Sitima, is ondertussen trotse vader van een flinke zoon. Op de avond dat zijn vrouw naar het ziekenhuis moest belde hij mij vol spanning en enthousiasme op om te zeggen dat de baby onderweg was. Ik had hem en zijn vrouw wat bijgestaan mbt vragen die ze hadden rond de zwangerschap, waarvoor ik natuurlijk een heel goed boek raadpleegde aangezien ik niet zou weten hoe het voelt, wat het is; lang leve de informatieve boeken. George houdt heel veel van zijn vrouw en waardeerde het enorm. Hij wou me dan ook onmiddellijk betrekken bij de geboorte, echt vertederend, hij riep iets door de telefoon en hing op. Volledig over zijn toeren van de opwinding, liet hij mij achter met een gevoel van onwetendheid over de persoon die had gebeld en de reden waarom. Gelukkig had ik na twee minuten al door wat er aan de hand kon zijn. Ik belde terug en vroeg of de baby op komst was, George stond nog steeds in vol enthousiasme onsamenhangende dingen te roepen. We spraken af dat hij iets zou laten weten als het kindje er was. In Malawi zijn vaders niet bij de geboorte aanwezig, ze wachten buiten en denken er zelfs nog niet over om mee binnen te gaan, het hoort niet tot hun cultuur. Het zou een lange nacht worden voor dit enthousiaste vadertje. In plaats van één nacht heeft het twee dagen geduurd maar toen de baby er eindelijk was kon het geluk van George niet meer op. Hij belde, ze hadden nog geen naam, ik mocht één kiezen. Natuurlijk hangt hier een soort van opportunisme aan vast, als ik de naam kies ben ik weer een beetje de peetmoeder. Ik vermoed als het zo blijft doorgaan ik zelfs niet meer moet denken aan eigen kinderen en dringend een betaalde job (of twee) moet zoeken. Voorlopig is er dus nog geen naam. Ik vind het een hele beslissing en laat het liever aan de ouders over, George weet dit, we zullen zien hoe lang ik het kan ontwijken.
Het jeugdcentrum werkt goed, sportactiviteiten behoren meer en meer tot het aanbod. Vorige week nam er minstens vijftig man deel. Een plezier om te zien. Wanneer ik de huisjes passeer wordt er vanuit verschillende hoeken gevraagd wat er wordt gedaan, de meisjes spelen graag netbal en vinden het leuk om op voorhand aan mij te tonen hoe ze iedereen zullen afdrogen met hun geweldige lenigheid en kracht. Op zijn Afrikaans, ik hou er wel van.
Natuurlijk zijn er zaken die wat minder lopen. Zo is er al één vrijwilligster ontslagen aangezien ze na een aantal waarschuwingen er nog steeds in slaagde om op te dagen wanneer zij er zin in had en af en toe gewoon niet te komen. Een andere vrijwilliger had dan weer iets gestolen. Om dit probleem aan te pakken is de raad van de CBO bijeengekomen. De jongen heeft een extra kans gekregen. Hoe de raad en in het bijzonder de chief, mr Mofolo dan uitlegt hoe ze het gebeurde bekijken is bijna ontroerend (en een tikkeltje lachwekkend) om te horen. Hij vertelde ondermeer dat Malawezen zo weinig hebben dat als ze iets moois zien ze het graag willen aanraken. Als ze het dan aanraken is het zeer moeilijk om het los te laten en willen ze het graag hebben. Om hier aan te weerstaan is er een hoop wilskracht nodig. En zo is het ook hé mannekes! Ik kan er volledig inkomen dat het tot hun realiteit behoort met al de armoede. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het gedrag zo maar aanvaard wordt. De CBO heeft respect voor onze mening, als wij ze zouden willen doordrukken aanvaarden ze het. Mieke en ik vinden dat we in Malawi zijn en onze Europese gedachtegang niet moeten laten overheersen, het is hun land, hun gemeenschap. Als je dan de opluchting ziet omdat de jongen nog een kans krijgt moet ik onmiddellijk denken aan de hardheid van hun leven. Omwille van deze hardheid begrijpen ze elkaar beter en zullen ze minder snel geneigd zijn om streng uit de hoek te komen. Het gemeenschapsgevoel is toch sterk op bepaalde gebieden. Het heeft zijn voor –en nadelen maar als ik dat moet uitleggen ben ik met Pasen nog bezig (wie gaat er trouwens een paashaas en wat eieren opsturen van de ambachtelijke bakker nu ik er “onbeschoft als ik kan zijn” aan denk; die verdomde Afrikaanse ratten hebben het op onze chocola gemunt dus meestal is de helft al opgegeten door mijn aartsvijand nummer 1, door zulk een onbeheerst gedrag wordt de vriendschap er natuurlijk niet beter op).
Ondanks de kleine hindernissen gaat het goed met het jeugdcentrum, de vrijwilligers doen hun best en zijn bereid om bij te leren. De volgende weken lassen we een extra dag in om nieuwe spelletjes aan te leren zodat de verantwoordelijkheid meer bij hun blijft en zij zelf aan de jeugd kunnen uitleggen hoe het spel werkt. Ik heb gemerkt hoe groot het plezier bij iedereen kan zijn als er iets nieuws wordt gedaan. Gisteren ben ik met vier jongeren gestart met badmintonnen. Na een half uur stonden we met een stuk of twintig man met raketten te zwaaien en te lachen om ieders gekke fratsen. Het ging zelfs zo ver dat ik op een gegeven moment zag dat al de vrijwilligers mee stonden te doen en ik hen er even op moest wijzen dat er toch iemand in de lokalen moest zijn om het materiaal in het oog te houden en de jongeren die binnen waren te begeleiden.
Ik heb er een goed gevoel over en denk dat het zeker mogelijk is om hen uiteindelijk meer en meer verantwoordelijkheid te geven, tot dat mijn aanwezigheid niet meer vereist is. Ik heb alleszins al veel plezier in de manier waarop sommigen onder hen de zaken aanpakken en ben er van overtuigd dat het zal lukken. De volgende stap waar we aan willen werken is het invoeren van de gezondheidszorg, zodat jongeren ter plaatse HIV-testen kunnen doen, dus we zijn nog wel even bezig.
Twee weken geleden ben ik met een man meegegaan zodat hij een test kon doen. Er waren sterke vermoedens dat hij positief was maar hij durfde niet gaan en zijn vrienden, familie vonden het schijnbaar ook te moeilijk om hier stappen in te ondernemen. Aangezien de man heel vaak ziek was werd het hoog tijd dat er duidelijkheid kwam rond zijn ziektebeeld zodat hij de juiste hulp kon krijgen. Ik kon het niet meer aanzien en besloot om stappen te ondernemen en met hem te praten/te begeleiden zodat hij een test zou doen. Na de test bleek dat hij positief was. Omdat hij zo vaak ziek was geweest moest hij eerst medicatie nemen om zijn lichaam te zuiveren. Dit zou 2000 kwatcha kosten (tien euro); er zijn weinig Malawezen die dit zo maar kunnen betalen. Daar stond ik dan met een man die geen geld had om zijn levensbedreigende ziekte te lijf te gaan. Ik besloot om te helpen aangezien het over iemand zijn gezondheid ging en ik wist dat de medicatie voor HIV nadien gratis zou zijn. We spraken af om elkaar in de namiddag aan het ziekenhuis te ontmoeten. Ik gaf hem owv omstandigheden het geld voor de medicatie. In de namiddag kwam de man niet opdagen, ik stond daar mooi te wezen (wat voor zichzelf spreekt). Vol woede ging ik naar huis, ik had mijn afspraken verzet, liep zoals gewoonlijk weer eens verloren omdat ik altijd binnenweggetjes wil uittesten en daarboven begon het nog eens te regenen. Diegene die me kennen weten dat ik genoeg temperament heb om in volle furie te vertrekken maar dat het meestal heel snel over is. Toen ik eindelijk thuis arriveerde moest ik er zelfs al mee lachen. Ik was nog maar eens in de sloppenwijken beland met mijn binnenweggetjes en marcheerde er dan ook door als een echte Malawees. De bewoners zagen een klein blank boos meisje met krulletjes en aan hun gezichten te lezen vroegen ze zich duidelijk af wat ik daar alleen deed, ik trok me er weinig van aan aangezien ik al eens vergeet dat ik niet zwart ben en het niks abnormaals vond. Daarenboven confronteerde ik diegene die me lastig viel (wat er dan nogal veel zijn volgens mij) nog eens met een goei portie temperament van Veerle Janssens. Ze beginnen me hier serieus te kennen, soms wordt er zelfs gevraagd om mijn temperament te minderen, haha! No way, josay.
Nadien bleek dat één van de redenen waarom de jongen niet was komen opdagen was dat de mensen hier heel bang zijn van ziekenhuizen en geloven dat er witchcraft aan de gang is. Velen die er naartoe gaan komen zieker terug of overlijden. Meestal komt dit door gebrek aan materiaal, medicatie en werkkrachten of door het feit dat er veel te lang gewacht wordt voor men naar de dokter gaat. De meeste arme Malawezen kunnen dit niet begrijpen en wijten het aan slechte dokters die witches zijn. Mede door hun beperkte opleiding kunnen ze het niet plaatsen, daarenboven groeiden ze op in dorpen waar er heel veel aan witchcraft wordt toegeschreven. Echt spijtig, ergens voel ik medelijden met hen omwille van de manier waarop ze met deze zaken omgaan. Ik kan hen honderd keer uitleggen hoe ik naar deze zaken kijk maar ze zullen het niet begrijpen, ik moet dan zelfs nog oppassen dat ik niet beschuldigd word van witchcraft, het is toch een gecompliceerd wereldje. Hoe langer je hier vertoefd, hoe duidelijker het wordt. Toen ik hier als vrijwilliger was vond ik het leven in Malawi zo mooi, puur en gemakkelijk. Maar onder elk oppervlak zit meer, ik ervaar het nu en kan zeggen dat het zeer goed is dat ik “nog maar eens’ terug ben gekomen, geweldig persoonlijke vorming maar het is alles behalve gemakkelijk. Toch blijf ik met mijn heel hart van Malawi houden (en roep ik nog steeds op menig man als ik vind dat er een woordje commentaar nodig is, en dat is zeer geregeld zalle; als ze een fiets bijhebben moeten ze er toch niet naast lopen maar op gaan zitten zekers, wie moet hen dat anders zeggen, hihi).
De man is uiteindelijk, na veel discussies, toch naar het ziekenhuis gegaan, waar ze hem zeiden dat hij niet veel langer had moeten wachten of het zou te laat geweest zijn. Nadien is hij mij met zijn ziekenboekje komen bezoeken om me te bedanken en te laten zien wat zijn resultaten waren. Na heel wat temperament, gevloek, gezever en een tikkeltje leed wist ik toch weer goed waarom ik af en toe (of misschien geregeld) koppig blijf en niet loslaat. Al bij al was het het allemaal waard, ik zou het zo weer doen.

Vandaag ben ik Masha en Lighja gaan bezoeken, mijn twee ex-huisgenoten. Onderweg werd ik door menig Malawees aangesproken. Ze kennen me, roepen van ver op me of ze kennen me niet en komen toch een hand geven, een praatje maken, ... Ik beantwoord hun vragen en voel me als een vis in het water. Angst is ver weg, ik voel me hier, ondanks de hindernissen, ergens thuis. Na mijn bezoek wandel ik naar het plaatselijk marktje, bestel wat vettige frietjes voor een halve euro en plaats me tussen de mannen met mijn bordje. Voor mij geen probleem, zij vinden het leuk en ik voel me comfortabel tussen hen aangezien er veel volk op het marktje is en ze niet opdringerig zijn. Nadien ga ik naar de groentemarkt en ding op alles af, ik vind het geweldig grappig en krijg grotendeels mijn zin (spek naar mijn bek natuurlijk), wanneer ik naar huis wandel begint het te regenen. Ik stop onder een boom maar word toch nog nat, de plaatselijke jeugd roept dat ik wat dichter bij de boom moet gaan staan, een vrouw wil haar paraplu geven en twee mannen staan te wenken dat ik bij hen onder het afdak mag komen staan. Malawi, warm hart van Afrika, ik heb het nog maar eens mogen ervaren vandaag. Ik wandel verder naar huis, mannen roepen op me, ik negeer hen op een professionele manier en zeg tegen de vrouwen: amuna, iai (mannen, nee), ze vinden het geweldig en de pret kan niet op. Vrouwen begrijpen elkaar toch, waar ter wereld je ook bent, die mannen, soms een ampetantigheid!
Mijn watchman heeft besloten dat hij een tweede vrouw moet versieren en hangt nu voortdurend aan mijn poortje naar de dames te lachen die voorbij komen om hun was te doen, voor de rest slaapt hij wat en eet hij mijn chocola op. Het medelijden dat ik eerst voelde is al over, de bedrieger. Op een gegeven ogenblik begon het heel hard te regenen en ik kon niet anders denken dan dat het hem deugd zou doen, een beetje afkoeling begot. Natuurlijk heb ik hem er a op gewezen dat hij een vrouw en kinderen heeft en dat ik hem in het oog hou. Omgekeerde wereld, nu moet ik mijn watchman al in het oog houden ipv hij mij en ik betaal hem, het kan verkeren. Het mannetje is nog maar vijfendertig en heeft een kind van een jaar, ne goede stamp onder zijn gat zou gepast zijn. En daar is mijn temperament weer, haha!
Daaaag, ik moet mijn watchman gaan observeren om zijn ontrouw te vermijden en hem wakker houden zodat hij mij kan beschermen.
Veerle

De laatste nieuwtjes owv niet tijdig in het internetcafé geraakt
• Ik heb twee katjes: freddy en flora, eerst Joske en Fonske genaamd maar ze luisterden niet echt dus ik heb besloten om eens andere namen te proberen, het is duidelijk: het ligt aan de katten en ik moet al eens goed nadenken voor ik me herinner hoe ik ze nu weer genoemd heb
• De buren denken dat ik zot ben, dit heb ik van een Malawese bron, schijnbaar ben ik iets te assertief, ik ben er gelukkig mee, dat zal ze uit mijn tuin houden, alleen mijn watchman ziet het als gemeenschappelijk goed en komt geregeld dingetjes plukken. Als ik hem dan aanspreek, in volgens mij duidelijk genoeg chechewa, toont hij wild enthousiast hoe goed hij is in plukken. Nadien hoor ik dat hij had verstaan dat hij het maar moest nemen van de blanken terwijl ik eigenlijk zei dat ze zo maar niet moeten nemen omdat ik blank ben. Morgen eens een strooptocht doen met mijn rugzak, Oh wee de Malawees met goede groenten in zijn tuin.
• De elektriciteit is aangekomen, ik heb een vreugdedansje voor het huis gedaan, wat het als zot bezien worden door de buren enkel maar vergroot, het zal me worst wezen.
• Ik heb een nieuwe hobby, iedereen aanspreken en nadien iets in het Nederlands toevoegen waarna ik snel wegfiets, ik vind mezelf weer geweldig grappig, het is hier toch plezant met mijn eigen, haha! Niet ongerust zijn, het ligt niet aan Malawi maar aan mij beste vrienden.

2 opmerkingen:

  1. vooreerst: ik vind da ge uw verhalen moet bundelen en uitgeven :-) zo smakelijk verteld ... das niks nieuws natuurlijk, maar het gaat nu wel over een voor ons onbekende wereld, dus toch wel wa meer nieuwswaarde dan eh ... en ook: ik heb me vandaag speciaal verplicht om de blog op te zoeken omdak gisteren toch wel iets geweldig over da Malawi te weten ben gekomen, nl er is een nieuwe wet ... 'verboden winden te laten in het openbaar' haha, hilarisch toch ... ben je van plan om je aan die wet te houden en ook, hoe controleren ze da dan eigenlijk ;-)

    groetjes
    Hugo

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als het geld bijna op is dan moogt ge er zeker zijn dat de politie hier overal winden hoort. Gemakkelijk toch hé, misschien kunnen jullie een politiekostummeke opsturen want ik hoor het ook al overal, er moeten dringend boetes uitgedeeld worden:).

    BeantwoordenVerwijderen